Blijft de Amerikaanse economie overeind?

Bijdrage door LFDE

"We moeten de inflatie drukken, zelfs al gaat de economie in recessie." De boodschap van Loretta Mester, voorzitster van de Federal Reserve van Cleveland, was niet mis te verstaan. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van centrale bankiers in Jackson Hole eind augustus had Jerome Powell, voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed), in bedekte termen precies hetzelfde gezegd. De waarschuwing bracht na een al te euforische zomer een onaangename realiteit in herinnering: de centrale banken zullen de markten niet meer overeind houden – nog een hele tijd niet. Die ommekeer heeft verstrekkende gevolgen voor beleggers die er in ruim een decennium aan gewend geraakt zijn dat de schatkistbewaarders van de wereld hen bij het minste teken van verzwakking te hulp schieten. Toch is het monetaire beleid, hoe impactvol ook, niet de enige factor die het verloop van de markten bepaalt. Ook de economische ontwikkelingen hebben een niet te verwaarlozen invloed en op dat vlak zijn de vooruitzichten – in het bijzonder in de Verenigde Staten – misschien wel minder somber dan gedacht.

Om te beginnen is er de inflatie. Als we verder kijken dan de maandelijkse cijfers, dan zien we heel wat elementen die erop wijzen dat de inflatoire druk beetje bij beetje afneemt. In de transportsector, die in het voorjaar van 2021 de inflatie sterk opdreef, dalen de prijzen van tweedehandsauto's gestaag en zwellen de voorraden van nieuwe voertuigen aan, waardoor de prijzen wellicht stabiliseren. In de bredere economie lossen de knelpunten die de afgelopen kwartalen de wereldwijde toeleveringsketens in de war stuurden geleidelijk op, wat de druk op de prijzen van consumptiegoederen kan verminderen. Ook op de huizenmarkt, de belangrijkste bron van inflatie in de afgelopen maanden, laat de trend een gematigder verloop zien. De vraag daalt – er zijn zowel minder transacties als minder kredietaanvragen – en het aanbod herstelt. Dat zal de toename van de vastgoedprijzen de komende maanden ongetwijfeld afremmen. De forse stijging van de Amerikaanse dollar tegenover de meeste andere valuta's drukt tot slot de prijzen van ingevoerde producten.

Dat de inflatie naar verwachting gaat dalen, is goed nieuws voor alle economische spelers. Tegelijk zijn er ook minder gunstige vooruitzichten, zoals een stagnerende consumptie, het gevaar dat bedrijven al te grote voorraden aanleggen en een negatief welvaartseffect wanneer de vastgoedprijzen binnenkort gaan dalen. De Amerikaanse economie beschikt vandaag echter over verschillende vangnetten. Zo is de enorme berg spaargeld die de huishoudens tijdens de coronacrisis hebben vergaard, nog grotendeels onaangeroerd. Noch de gezinnen, noch de bedrijven torsen een buitensporige schuldenlast en bedrijven blijven vooralsnog bijzonder winstgevend. Bovendien blijft de arbeidsmarkt ijzersterk. Het aantal werkloosheidsuitkeringen kent slechts een zeer beperkte stijging en het aantal nieuwe aanvragen daalt sinds enkele weken zelf. Er zijn nog steeds veel vacatures in verhouding tot het aantal werkzoekenden en er worden ook nog volop nieuwe banen gecreëerd – meer dan 300.000 in augustus.

Het luistert nog steeds nauw, maar de economische cijfers bieden op dit ogenblik alvast hoop op een 'zachte landing'. Er is met andere woorden uitzicht op een scenario waarin de Fed het monetaire beleid verder verkrapt zonder dat de Amerikaanse economie daardoor sterker vertraagt dan de afgelopen maanden. Dat zou voor de aandelenmarkten het ideale klimaat zijn om op basis van solide kerncijfers opnieuw de vleugels uit te slaan.