Macroscoop: Geen genade voor de groei

Door Clément Inbona, Fund Manager La Financière de l'Echiquier

De boodschap die de grote centrale banken in het Westen de laatste tijd uitsturen, is niet mis te verstaan. Zij zijn bereid de groei te offeren op het altaar van de inflatiebestrijding.

Sinds begin deze maand losten ze het ene salvo na het andere. Op 6 september trok de nationale bank van Australië de rente met 50 bp op. Daags nadien volgde de Canadese nationale bank met een renteverhoging van 125 bp. 9 september kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan de rente met 75 bp te verhogen en de 21e deed de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) hetzelfde. Op 22 september sloot de Britse centrale bank de rij met een verhoging van de richtrente met 50 bp. De drijfveer achter die beslissingen was telkens dezelfde: krachtig optreden tegen de inflatiegolf die de westerse landen overspoelt, ook al wordt daardoor de economische groei afgeremd. Bovendien lieten ze eensgezind weten dat het einde van de monetaire verkrapping daarmee nog zeker niet bereikt is.

Door zich zo hard op te stellen, hopen de centrale bankiers de vraag af te koelen – zowel de consumptie als de investeringen van de overheid en de privésector. Die kuur heeft echter flink wat bijwerkingen. Om te beginnen wordt de schuldenlast van overheden, die soms in een wankele financiële positie verkeren, duurder. Ten tweede heeft de verkrapping een rechtstreeks negatief effect op de vastgoedmarkt doordat de kredietverlening wordt afgeremd. Ten derde gaan bedrijven hun investeringsplannen herzien met het oog op de hogere kapitaalkosten. Tot slot wakkert het de risicoaversie bij beleggers aan, waardoor de financiële markten slagzij maken. Waarom nog aandelen kopen, als de kans bestaat dat de bedrijfsresultaten gaan kelderen door de lagere bbp-groei? Waarom nog geld lenen aan overheden, als de staatsschulden onophoudelijk aanzwellen en er morgen wellicht een aantrekkelijkere rente te krijgen is? Waarom nog bedrijfsobligaties kopen, als hun kredietwaardigheid dreigt te worden aangetast door de inzakkende groei? Door al die vragen lijken beleggers zich momenteel zeer terughoudend op te stellen. Hoewel de behandeling van de centrale banken pijnlijk is, lijkt het een noodzakelijk kwaad om te verhinderen dat de inflatie zichzelf in stand zal houden.

Een zachte landing – waarmee wordt bedoeld dat de groei vertraagt, maar de economie nooit echt gaat krimpen – lijkt niettemin nog niet volledig uitgesloten. Daarop zinspeelde ook Jerome Powell tijdens zijn recentste persconferentie. Alleen begint het meer te lijken op een landing tijdens een nachtelijk onweer dan bij heldere hemel overdag.

De kans is groot dat de volatiliteit op de financiële markten nog enkele maanden aanhoudt, tot beleggers ervan overtuigd raken dat het eindpunt van de verkrapping nadert en – vooral – zicht krijgen op de omvang van de economische vertraging.