ING - Handelsmissie naar Schleswig Holstein biedt offshore windenergie kansen

De offshore windenergie in Noord-Europa kan alleen dan snel verder groeien tegen handelbare kosten als Nederland en Duitsland meer gaan samenwerken. Dit stelt ING in een rapport over de economie en energiesector in Noord-Duitsland. Een grote Nederlandse handelsmissie bezoekt deze week Schleeswijk-Holstein en Hamburg in gezelschap van de Koning en Koningin en zal onder meer spreken over de toekomst van offshore windenergie.

Nederland en Duitsland zijn al nauw verweven met elkaar op het gebied van duurzame energie, maar er is veel ruimte om de samenwerking verder uit te breiden. Dit kan bijvoorbeeld via gezamenlijke platforms in zee waar de energie van verschillende windparken bijeen komt. Als vervolgens de stroomnetten verder aan elkaar gekoppeld worden, stroomt de elektriciteit automatisch naar de gebieden waar het nodig is. Zo wordt de situatie doorbroken dat beide landen hun eigen windparken automatisch op de nationale netten aansluiten.

Doordat er daarnaast meer stroomconnecties komen tussen de twee landen kan de elektriciteit vervolgens daarheen worden gebracht waar het nodig is en hoeft de stroom van een Duitse offshore windpark niet eerst naar een Duits station aan land worden gebracht wat enorme extra investeringen vergt. “Als we de investeringskosten per megawatt offshore elektriciteit omlaag willen krijgen dan moet er echt meer samengewerkt worden”, aldus Gerben Hieminga, senior econoom energiesector bij het Economisch Bureau van ING.

De uitgangspunten voor intensievere samenwerking zijn goed. Nederland heeft een sterke maritieme sector en ingenieursbranche die de offshore windindustrie kunnen bedienen. Tevens heeft netbeheerder TenneT een sterk geïntegreerd net met Duitsland en veel ervaring op het gebied van offshore windenergie. Duitslands daarentegen is wereldmarktleider op het gebied van offshore windturbines.

Meer politieke samenwerking

De sector is ook gebaat bij meer politieke samenwerking. Roland Boekhout hoofd ING DiBa (ING Duitsland), stelt dat de offshore windenergie in Europa zeer gebaat zou zijn bij voorspelbare subsidieprogramma’s in Europa en een geharmoniseerde energiepolitiek. “De Europese energiemarkt staat vol in de belangstelling, onder meer door de daling van de olieprijs, de veilige gastoevoer en de ontwikkeling van schaliegas in de VS. Niet alleen Nederland en Duitsland, maar zeker ook Europa als geheel zouden profiteren als er een gezamenlijke Europees beleid is rond energieveiligheid en energietoevoer.”

De investeringen die nodig zijn voor de aanleg van windparken op zee en de stroomkabels over de zeebodem die de elektriciteit naar verdeelstations brengen zijn aanzienlijk. De geplande parken en offshore kabels in Nederland en Duitsland vragen tot 2020 investeringen van 32 tot 37 miljard euro. De Duitse deelstaat Schleeswijk-Holstein laat zien dat investeren in windenergie de regionale economie een sterke impuls kan geven. De groei in deze deelstaat ligt met 3% ruim boven het Duitse gemiddelde van 1,7%, mede door toedoen van deze investeringen.