Datacenters stuwen NVIDIA boven $1,000

“Een nieuwe industriële revolutie is begonnen”, zei NVIDIA-CEO Jensen Huang gisteren bij de presentatie van de cijfers over de laatste drie maanden. “Bedrijven en landen werken samen met Nvidia om traditionele datacenters om te bouwen tot AI-fabrieken van de toekomst.” Na een koersstijging van alweer 92% in dit kalenderjaar waren de verwachtingen gisterenavond torenhoog gespannen, maar Nvidia maakte ze waar. Het aandeel steeg in de nabeurshandel met 6%. Als die koers vandaag op Wall Street wordt vastgehouden noteert Nvidia vandaag officieel voor het eerst boven de $1000. De technologiereus wint dan in een dag $140 miljard aan beurswaarde: dat is meer dan de gehele marktkapitalisatie van gewezen concurrent Intel .

Uitstekende cijfers, maar geen uitslaande brand

De cijfers die Nvidia liet zien bliezen beleggers niet omver, maar waren gewoon heel erg goed. De omzet groeide kwartaal-op-kwartaal met 18% van $22 miljard naar $26 miljard, terwijl analisten $24,6 miljard hadden verwacht. De winst per aandeel ging met 19% omhoog van $5,16 naar $6,12. Dat is wel ruim vijf keer zoveel als de $1,09 in hetzelfde kwartaal precies een jaar geleden. Voor het tweede kwartaal verwacht Nvidia een verdere omzetstijging van $26 miljard naar $28 miljard. Een normalisatie van de groei is goed voor een gezonde dosis realisme bij beleggers. Nvidia kondigde aan op 7 juni het aandeel 10-voor-1 te splitsen, wat allicht helpt om een grote groep kleinere beleggers aan te spreken.

Van traditionele datacenters naar AI-fabrieken van de toekomst

Het resultaat kwam voor 87% op het conto van de divisie datacenters, die de meest geavanceerde computerkracht levert aan Big Tech-bedrijven zoals Microsoft , Alphabet , Meta, Amazon en OpenAI, die ook wel hyperscalers worden genoemd. De angst bestond dat zij dit jaar misschien minder zouden bestellen, omdat ze moeite hebben om de torenhoge investeringen van tientallen miljarden terug te verdienen, of omdat Nvidia volgend jaar alweer met nóg snellere en betere chips op de markt komt. In een nek-aan-nek-race om wie het beste taalmodel kan maken, kunnen de technologiereuzen zich echter niet permitteren om de benen stil te houden. Ze kopen alle chips op die Nvidia kan leveren en blijven vragen om meer.

Het is hardware dat de klok slaat. Een kleine groep bedrijven die benodigdheden levert voor de duizenden datacenters profiteert direct mee van het succes van Nvidia . Nvidia zelf ziet de toepassing van AI uitbreiden naar retailers met online verkoopkanalen, autofabrikanten, biotechnologie en de gezondheidszorg. Beleggers zien vooral een groeitraject voor Nvidia zelf, dat niet langer alleen hardware-onderdelen maar complete computersystemen levert. Daar zit ook meteen de rem op het succes: ook Nvidia krijgt te maken met veel complexere toeleveringsketens, waar geregeld schaarste aan componenten ontstaat.

Eigen klanten lijken grootste bedreiging

De bruto winstmarge van Nvidia kwam uit op 79%. Huang verwacht dat voorlopig vast te kunnen houden boven 70%. Het tekent de enorme voorsprong die Nvidia heeft op de concurrentie; het resultaat van vijftien jaar investeren met visie. Met zulke winsten kan concurrentie niet uitblijven. Branchegenoten AMD en Intel smeden watertandend soortgelijke plannen, maar volgen op ruime afstand.

De grootste bedreiging voor Nvidia lijkt te komen van eigen klanten, de eerdergenoemde Big Tech-bedrijven. Zij hebben diepe zakken en onderzoeken of ze op een slimme manier goedkoper kunnen werken. Die gedachte is zo gek nog niet. De GPU’s (graphics processing units) die Nvidia maakt, proberen ‘alles voor iedereen’ te doen en zijn mede daarom zo duur. Voor specifieke toepassingen kan worden volstaan met eenvoudigere producten. Met die werkwijze kan waarschijnlijk ook flink worden bespaard op elektriciteit en water, waar de industrie binnen afzienbare tijd tegen grenzen aan gaat lopen. Nvidia zelf weet dat ook en werkt bijna letterlijk dag en nacht om de concurrentie op afstand te houden.

Hoe groot de economische productiviteitsgroei door AI in de komende jaren precies gaat zijn zal moeten blijken. Eén ding is zeker: na de publicatie van de NVIDIA-cijfers is het verwachtingspatroon intact en stroomt de adrenaline bij beleggers weer een beetje sneller door de lichamen.