Stork in dispuut met NPM Capital over minderheidsparticipatie
Stork maakt bekend dat zij door NPM Capital NV wordt betrokken in een geschil dat betrekking heeft op Stork Plastics Machinery BV te Hengelo ("SPM"). NPM is samen met Stork en Wadinko CV de aandeelhouder van SPM, elk voor ongeveer een/derde deel. Het geschil spitst zich toe op de verplaatsing van de bedrijfsactiviteiten van SPM. Deze worden thans uitgeoefend op het Stork-terrein te Hengelo. Van dat bedrijfsterrein is Koninklijke Machinefabriek Stork BV ("KMS") de eigenaar.
NPM heeft bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam een verzoekschrift tot het instellen van een enquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingediend. Het verzoekschrift richt zich tegen SPM en tegen Stork.
Stork is van oordeel dat er geen reden is voor de gevraagde voorzieningen. Voor een enquête bestaat naar het oordeel van Stork evenmin reden.
In de loop van de jaren negentig zijn plannen ontwikkeld voor de herontwikkeling van het terrein. Die hebben erin geresulteerd dat in 2004 tussen KMS en de Gemeente Hengelo overeenstemming is bereikt over de verkoop van het terrein. Gelijktijdig heeft KMS met SPM onderhandeld over de verplaatsing van SPM. Tussen deze partijen is daarover overeenstemming bereikt. Die overeenstemming voorziet erin dat KMS aan SPM een substantiële vergoeding betaalt. In de loop van 2006 zullen de bedrijfsactiviteiten worden verplaatst.
NPM is thans van oordeel dat ten onrechte tot de verplaatsing is besloten. Ook had Stork volgens NPM in de financiële gevolgen daarvan voor SPM verdergaand moeten bijdragen. In verband daarmee heeft NPM bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam een verzoekschrift tot het instellen van een enquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingediend. Het verzoekschrift richt zich tegen SPM en tegen Stork.
Stork is van oordeel dat er geen reden is voor de gevraagde voorzieningen. Voor een enquête bestaat naar het oordeel van Stork evenmin reden. NPM miskent dat de beslissing tot verplaatsing door alle aandeelhouders van SPM, derhalve ook door NPM, en haar Raad van Commissarissen, inclusief de door NPM voorgedragen commissaris, unaniem is genomen. Bovendien miskent NPM dat SPM in de financiële gevolgen van de verplaatsing substantieel tegemoet is gekomen. Voorts kan naar het oordeel van Stork het enquêteverzoek door haar medeaandeelhouder NPM niet tegen haar, maar slechts tegen SPM worden gericht. Overigens merkt Stork op dat de financiële dimensies van dit conflict zeer beperkt zijn.