“Kwantitatieve verruiming”: commerciële banken nemen stokje over van ECB

Door François Lavier, Head of Financial Debt Strategies bij Lazard Frères Gestion

Fran%c3%a7ois lavier
François Lavier
Om hun overtollige liquiditeit (klantendeposito's) te beleggen en hun netto rentebaten (NII) op peil te houden, hebben de commerciële banken in de eurozone hun aankopen van obligaties op de financiële markten aanzienlijk opgevoerd sinds het dieptepunt van 2021, toen ze hun posities in dit marktsegment juist hadden afgebouwd.

Opvallend is dat de aankopen van commerciële banken toenamen terwijl de aankopen van activa door de ECB de afgelopen jaren geleidelijk zijn afgenomen.

Vanaf 2015 had de ECB namelijk verschillende programma's voor de aankoop van activa (voornamelijk staatsobligaties) gelanceerd, waarvan het meest recente het PEPP was, dat tijdens de COVID-19-crisis werd opgezet. In 2021 bedroegen de aankopen van de ECB nog steeds bijna 100 miljard euro per maand. Vanaf 2022 stopte de ECB geleidelijk met haar netto-aankopen van activa, maar bleef ze de terugbetaalde bedragen herinvesteren. Sinds 1 januari 2025 heeft de ECB alle interventies stopgezet en laat ze de obligaties in haar portefeuille nu zonder herinvestering op hun vervaldag komen.

De ECB is daarmee een fase van “kwantitatieve verkrapping” (verkleining van haar balans) ingegaan, na een lange periode van “kwantitatieve verruiming” (aankoop van effecten op de markten).

Met hun aanzienlijke investeringen op de rentemarkten nemen de commerciële banken nu het stokje van de ECB over en absorberen zij een niet te verwaarlozen deel van het aanbod van effecten op de markten. Sinds begin 2025 zijn de geïnvesteerde bedragen zelfs gestegen tot meer dan 100 miljard euro netto per maand, wat overeenkomt met de meest actieve periodes van de kwantitatieve versoepeling van de ECB.

Netto maandelijkse aankopen centrale banken