Schroders: Het Elon Musk-dilemma ofwel de voor- en nadelen van een beursnotering

Elon Musk suggereerde recentelijk met een tweet dat hij Tesla van de beurs wil halen. Tijd voor Duncan Lamont, hoofd research bij Schroders , om de voor- en nadelen van een beursnotering op een rij te zetten.

Duncanlamont
Duncan Lamont

Kortetermijnstress

In een blogpost ging Musk dieper in op zijn plan om Tesla van de beurs te halen. Hij was duidelijk gefrustreerd over de koerssprongen van het aandeel en vindt dat de markt druk uitoefent op hoe een onderneming op korte termijn wordt bestuurd. Dat beïnvloedt het realiseren van de langetermijndoelstellingen negatief. Tesla is ook populair om short in te gaan, tot grote ergernis van Musk. De topman van Tesla had genoeg van het ‘gedoe’ rond een beursnotering. En hij zal niet de enige bestuurder zijn die er zo over denkt. De beslissing om al dan niet aan de beurs genoteerd te worden, komt neer op een kosten-batenanalyse.

Duur en tijdrovend

Terecht stelt Musk dat de kosten en het ‘gedoe’ die gepaard gaan met een beursnotering een negatieve factor zijn. Het is duur en tijdrovend om te kunnen voldoen aan de steeds strengere eisen die gesteld worden aan bedrijfsrapportages. Goedkope kredietverlening en betere toegankelijkheid en schaalbaarheid van private equity financiering hebben een beursnotering nog minder aantrekkelijk gemaakt. Bedrijven zoals Tesla hoeven niet langer beursgenoteerd te zijn om toegang te krijgen tot omvangrijke bronnen van kapitaal. Niet voor niets is het aantal beursgangen afgenomen, met 50% in de VS, VK en Europa sinds 1990. De trend is ook dat meer bedrijven de beurs verlaten (door fusies en overnames) dan dat nieuwe bedrijven toetreden.

Vergrijzing op de publieke markten

Zelfs de bedrijven die zich op de beurs begeven, doen dat later dan voorheen. De gemiddelde leeftijd van bedrijven in de VS die een beursgang maken, is gestegen van acht jaar in de periode 1980 - 1999 tot elf jaar daarna. De bedrijven die nu naar de beurs gaan, bevinden zich verder in hun ontwikkelingscyclus. De winsten bij een jong bedrijf - die doorgaans hoger zijn - komen nu vooral terecht bij de private equity industrie en niet bij de publieke aandelenmarkt. Het risico bestaat dat de kwaliteit van de publieke markten daardoor afneemt.

Dit laatste punt is niet onbelangrijk. Als bedrijven steeds meer de publieke markten de rug toekeren, bestaat het risico dat de kwaliteit van de publieke markt na verloop van tijd verslechtert, met mogelijk negatieve gevolgen voor het rendement. Individuele beleggers zouden het dan zwaar te verduren kunnen krijgen, aangezien private equity voor de meeste mensen te duur en ontoegankelijk is om in te investeren.

Publieke markten zijn niet dood

Lamont wijst erop dat deze situatie niet overal gelijk is. In Azië en Oost-Europa vinden meer (jonge) bedrijven de weg naar de beurs. Ook halen veel beursgenoteerde bedrijven waarde uit hun publieke status. Sinds 2001 overtreft de kapitaalverwerving van beursgenoteerde bedrijven ver die van IPO’s (initial public offering - een eerste beursgang).

Er zijn nog meer voordelen van een notering op de publieke markt, zowel voor bedrijven als voor de samenleving. De transparantie waarin een publieke markt voorziet, is enerzijds een last, anderzijds kunnen het management en de bedrijfspraktijken gemakkelijker ter verantwoording worden geroepen, met bredere sociale en economische voordelen. Het draagt ook bij aan een effectieve allocatie van kapitaal.

De publieke markten zijn niet dood, ze zijn wel in ontwikkeling. Lamont ziet nog altijd een belangrijke rol voor ze weggelegd. Zelfs Musk beseft dat. Schreef hij eerder nog dat hij mogelijk op termijn Tesla wel weer ziet terugkeren naar de markt, ondertussen is hij teruggekomen op zijn tweet.