De woorden van Jerome Powell gewikt en gewogen

Door Olivier de Berranger, CIO, La Financière de l’Echiquier

Olivierdeberranger
Olivier de Berranger

Op de markten draait het soms louter om semantiek. Tijdens een persconferentie op 8 november verklaarde Federal Reserve -voorzitter Jerome Powell dat de rente "wellicht nog verre van neutraal*" is. Die uitlating strookt met de vrij harde opstelling van de Amerikaanse centrale bank en haar voornemen om het monetaire beleid verder te verstrakken door in 2019 de rente tot driemaal te verhogen. Enkele dagen geleden merkte Powell in een toespraak voor de Economic Club of New York echter op dat de rente "net onder" de als neutraal ingeschatte bandbreedte ligt en "de economische effecten van de geleidelijke renteverhoging onzeker zijn". Dat vatten de markten op als een zeer mild signaal en Amerikaanse aandelen koersten dan ook fors hoger.

Wie alleen naar die twee zinnetjes kijkt, kan inderdaad de indruk krijgen dat de Federal Reserve het geweer van schouder heeft veranderd. Toch is de onderliggende boodschap niet ingrijpend gewijzigd: 2019 kan alle kanten uit gaan. De Fed zal het monetaire beleid blijven afstemmen op het verloop van de economische cijfers en de leden van het FOMC zullen zich bij hun toekomstige beslissingen flexibel opstellen. Dat is ook wat bleek uit de notulen van de jongste vergadering van de Fed, die de dag na de toespraak van Jerome Powell verschenen. Diens verklaringen zijn dan ook hooguit een bevestiging dat de Fed klaarstaat om de normalisering van haar beleid te vertragen als de omstandigheden haar daartoe nopen, iets waar sommige beleggers mogelijk aan twijfelden. Vast staat wel dat een groot deel van de weg is afgelegd. Powell wilde vermoedelijk zijn uitlatingen uit oktober en november, die als zeer restrictief werden ervaren en voor onrust op de markten hadden gezorgd, enigszins nuanceren. Daarin een radicale ommekeer in het beleid van de Fed bespeuren, is waarschijnlijk echter een brug te ver.

Enerzijds zouden daarvoor de economische indicatoren en in het bijzonder de inflatiecijfers die trend moeten bevestigen. De recentste cijfers wijzen weliswaar in die richting: de kerninflatie (core CPI) en de consumptieprijsinflatie gemeten op basis van de gezinsbestedingen (core PCE) lagen in oktober niet alleen onder de verwachtingen, maar waren ook lager dan in september. Het banenrapport van vrijdag zal echter aandachtig moeten worden bestudeerd, want een versnelling van de looninflatie zou ingaan tegen de milde uitlatingen van Powell. Anderzijds is het zo dat de Fed wel het tempo van de renteverhogingen zou kunnen verlagen, maar nooit de afbouw van haar balans zal vertragen. De afname van de wereldwijde liquiditeit, het voornaamste gevolg van de stopzetting van het verruimende beleid van de centrale banken, zal dus onverminderd doorgaan.

Wat de voorzitter van de Fed wellicht wilde overbrengen, is dat op basis van de recentste cijfers een restrictievere opstelling allerminst gerechtvaardigd is. Tegelijk is er echter niets dat op korte termijn voor een veel soepeler houding pleit.

* neutrale rente: de rente – meestal uitgedrukt als een geschatte bandbreedte in plaats van een specifiek percentage – die in theorie de economie noch stimuleert, noch afremt en het niveau is dat de centrale bank nastreeft wanneer het beoogde inflatiepeil en de volledige werkgelegenheid zijn bereikt.