DWS: Amerikaanse lonen kunnen aandeel in bbp terugwinnen dankzij krappe arbeidsmarkt

Direct na de tweede oorlog hielden de Amerikaanse lonen nagenoeg gelijke tred met de productiviteit. Maar ongeveer 20 jaar geleden sloeg dat beeld om: de lonen maken nu een relatief kleiner deel uit van het Amerikaanse bbp dan tussen 1947 en 2000. “Dat verklaart deels waarom de bedrijfswinsten na 2000 stabiel bleven, ondanks de historisch gezien zwakkere economische periodes”, zegt Joshua Feinman, hoofdeconoom bij DWS bij de Grafiek van de Week.

“Het aandeel van de lonen in het totale bbp is belangrijk op economisch vlak, maar ook vanuit een sociaal perspectief. De toenemende inkomensongelijkheid - die mede te danken is aan het kleinere arbeidsaandeel – wordt vaak gezien als het fundament onder populistische trends.”

Hoe komt het dat het aandeel van de lonen in het Amerikaanse bbp is afgenomen? “Dat kan te maken hebben met technologische ontwikkelingen, die mogelijk versterkt worden door de globalisering. Want de globalisering heeft het makkelijker gemaakt om kapitaal om te zetten in arbeid.”

“Het kan ook te maken hebben met de afnemende organisatiegraad van werknemers en de bundeling aan de aanbodzijde. Daardoor hebben bedrijven meer macht op de arbeidsmarkt, kunnen ze de lonen inperken en toch voldoende talent blijven aantrekken.”

“Het loonaandeel kan weer toenemen als die evoluties weer keren, als de krachtsverhoudingen kantelen en als de arbeidsmarkt krap blijft. Kijk maar naar de recente loonstijgingen bijvoorbeeld. Terwijl de lonen in 2016 en 2017 met ongeveer 2,5% groeiden, nam de loongroei sinds begin 2018 toe tot 3,2%.”

“Als deze trend aanhoudt, en de loongroei uiteindelijk de productiviteitswinst overtreft, kan dat tot dalende bedrijfsmarges leiden en kunnen de lonen weer een groter deel uitmaken van het bbp. Waarschijnlijk komt het loonaandeel ergens in het midden uit, waarbij het loonaandeel enkele procentpunten terugwint, maar niet alle verliezen goedmaakt.”