De wereldeconomie vertraagt maar de centrale banken bieden steun

Door Florent Delorme, macro-analyst bij M&G Investments.

De verzwakking van de wereldhandel door de gespannen handelsrelaties tussen China en de VS weegt op de exporterende sectoren en remt de wereldwijde groei af, die desondanks in 2019 en 2020 toch boven de 3% zou moeten blijven.

Florentdelorme
Florent Delorme
De recentste indexen van aankoopdirecteuren geven aan dat de industriële activiteit wereldwijd zwak blijft: de Markit-PMI's voor de productiesector in de eurozone, China en de opkomende landen staan op respectievelijk 47,6, 49,4 en 49,9. In de VS houdt de industrie wat beter stand, met een ISM-productie-index van 51,7, maar sinds de laatste maanden is de trend neerwaarts gericht. Daartegenover staat dat de diensten wat beter standhouden: de Markit-SMI voor de dienstensector staat op 53,4 voor de eurozone, 52,7 voor China en 51,7 voor de opkomende landen.

Uiteindelijk is het opnieuw de Amerikaanse economie die het best standhoudt. Het huishoudelijk vertrouwen staat op een hoogtepunt en de consumentenuitgaven stijgen met 4,2% op jaarbasis, wat helpt om de problemen van de wereldwijde industrie te relativeren. Deze laatste blijft slechte cijfers voorleggen, en dan in het bijzonder in Azië: de Koreaanse export verloor in juni op één jaar tijd 13,5% en de Markit-PMI voor de productiesector zat in juni onder de 50-puntengrens voor Japan, Australië, Maleisië, Zuid-Korea en Taiwan.

Nog een reden tot bezorgdheid is het feit dat de Chinese groei ondanks de stimuleringsmaatregelen van de afgelopen maanden niet wezenlijk herlanceert. Dat is waarschijnlijk maar een kwestie van tijd, want de sterke toename van de kredietverlening zal uiteindelijk uitmonden in betere investerings- en consumptiecijfers. We blijven erop vertrouwen dat de overheid de economie extra zuurstof zal kunnen geven.

Ook de spanningen tussen de VS en Iran zijn iets om in de gaten te houden, want een snelle stijging van de olieprijs kan de importerende landen, en in de eerste plaats de Europese Unie en Iran, verzwakken. Toch spelen Rusland en de VS nu een centrale rol in de wereldwijde olieproductie en is het olieaanbod momenteel groter dan de vraag. De mogelijke verstoring van het verkeer in de Straat van Hormuz mag de olieprijs dan ook niet zodanig de hoogte in jagen dat de wereldwijde activiteit eronder lijdt.

Markten blijven behoorlijk rust

In dit sombere klimaat blijven de markten echter behoorlijk rustig en rijgen de Amerikaanse aandelenindexen de records aan elkaar. De liquiditeit is immers groot. Zowel de Fed als de ECB hebben renteverlagingen aangekondigd en de Europese Centrale Bank overweegt zelfs haar monetaire versoepeling nieuw leven in te blazen. De benoeming van Christine Lagarde tot voorzitter van de ECB maakt dat scenario nog waarschijnlijker, want als voorzitter van het IMF heeft ze het beleid van Mario Draghi de afgelopen jaren altijd gesteund. Die eensgezindheid van de ECB en de Fed ondersteunt de aandelen- en de obligatiemarkten fors: de rendementen blijven zo aantrekkelijk in een wereld waarin aan staatsschulden steeds vaker een negatieve rentevoet hangt. Het effect van de vertraging van de wereldwijde groei op de waarderingen zou ruimschoots gecompenseerd moeten worden door de renteverlagingen die de centrale banken doorvoeren.

In die context behouden we dus onze blootstellingen aan risicoactiva, met een voorkeur voor Europese en Japanse aandelen, waarvan de waarderingen achterblijven op die van de Amerikaanse markt. We verwachten echter dat deze in de nabije toekomst een inhaalbeweging zullen maken. We geloven ook sterk in groeimarktobligaties in lokale valuta, omdat het risico goed wordt beloond en het soepele beleid van de Fed voordelig zou moeten zijn voor deze vermogenscategorie. Krediet met beleggingsrating, met name BBB in USD en GBP, heeft nog altijd potentieel. Bij de staatsobligaties blijft Italiaans schuldpapier kansen bieden.