Pimco verwacht trendbreuk bij kerninflatie VS

Na een opmerkelijk stabiele periode van dertig jaar, gaat de kerninflatie in de VS weer stijgen. Dat verwachten specialisten van de Amerikaanse obligatiebelegger Pimco.

Een aantal inflatoire en deflatoire factoren liggen aan die ontwikkeling ten grondslag, constateren portfoliomanagers David Brhel en Daniel He en productstrateeg Georgi Popov, allen verbonden aan Pimco.

De laatste dertig jaar bevond de kerninflatie (inflatie exclusief energie en voedsel) zich tussen de 1% en 3%. Maar onder dit kalme oppervlak speelt een aantal inflatoire en deflatoire factoren. ‘Hoewel deze krachten elkaar tot nu toe zo ongeveer hebben gecompenseerd, denken we dat de deflatoire druk in de loop van de tijd afneemt of zelfs omkeert, waardoor de algemene inflatie uit de huidige vlakke trend breekt’, schrijven de specialisten.

Een eerste factor waardoor de inflatie de komende maanden stijgt, is doordat Amerikaanse bedrijven in toenemende mate de kosten van importtarieven doorberekenen aan Amerikaanse consumenten. Dit leidt tot een bescheiden stijging van de kerninflatie naar 2,5%, waarna deze iets terugloopt naar 2,2% eind 2020.

Gerelateerd aan de bovenstaande handelsspanningen, laten de Amerikaanse en wereldwijde import een neerwaartse trend zien. Dit impliceert volgens Pimco dat de globalisering een piek heeft bereikt en mogelijk ook vertraagt.

Als laatste factor wijst Pimco op de arbeidskosten in China. Die zijn de afgelopen twee decennia sterk gestegen en ontstijgen bovendien de groei in de ontwikkelde wereld met een ruime marge. Deze trend zou het deflatoire effect van lagere relatieve arbeidskosten kunnen verminderen.

Pimco geeft de voorkeur aan inflatiegevoelige activa zoals Treasury Inflation-Protected Securities (TIPS) omdat handelsonzekerheden, versoepeling van de Fed en een stijgend begrotingstekort op de korte termijn kunnen zorgen voor verrassingen rondom inflatie.