T. Rowe Price: EU-herstelfonds is ongekend maar geen wondermiddel

  • De 750 miljard euro van het herstelfonds van de Europese Unie is een historische stap die de weg zou kunnen vrijmaken voor fiscale integratie van de EU.
  • De macro-economische hervormingen die verband houden met het herstelfonds zullen niet voldoende zijn om groei op lange termijn te genereren of de schuldproblemen van de armere leden op te lossen.
  • De enige manier waarop de Zuid-Europese landen uit hun schuldenlast kunnen groeien is door een sterkere economische groei op lange termijn.

    Toen de 27 EU-leiders hun handtekening onder het Next Generation EU fonds (NGEU) zetten om landen te helpen te herstellen van de coronarecessie, stemden zij in met iets dat vóór de pandemie onvoorstelbaar zou zijn geweest. De overeenkomst geeft Brussel de macht om enorme bedragen te lenen op de kapitaalmarkten en het uit te delen als budgettaire steun aan de lidstaten.

    Het coronavirusherstelplan van de Europese Unie (EU) ter waarde van 750 miljard euro is een gedurfde en historische stap die begrotingsoverdrachten van rijkere naar armere lidstaten zal vergemakkelijken - een mogelijke eerste stap in de richting van budgettaire integratie in de EU. Maar volgens Tomasz Wieladek, Internationaal Econoom bij T. Rowe Price is het geen toverformule om groei op lange termijn op te wekken of om de schuldenlast van de Zuid-Europese landen te verlichten - dat zijn uitdagingen die op langere termijn oplossingen vereisen.

    Deze keer is het anders

    Het feit dat een dergelijk baanbrekend akkoord werd bereikt na slechts één ronde van serieuze onderhandelingen kwam als een verrassing voor de EU-waarnemers - typisch voor de EU is dat zij pas na moeizame discussies op verschillende top-bijeenkomsten overeenstemming kan bereiken over belangrijke veranderingen. Waarom was het deze keer anders? Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste hebben de EU-leiders van het verleden geleerd dat vertraagde besluiten tot duurdere oplossingen kunnen leiden. Ten tweede is Duitsland momenteel voorzitter van de EU en heeft bondskanselier Angela Merkel sterke overtuigingskracht. Ten derde hebben de onderhandelingen over de NGEU gelijktijdig plaatsgevonden met de besprekingen over de volgende EU-begroting, waardoor financiële concessies konden worden gedaan waardoor elk land aanspraak kon maken op een politieke overwinning. Tot slot was dit een van de eerste grote EU-topontmoetingen die zonder deelname van het Verenigd Koninkrijk werden gehouden.

    Door de afwezigheid van het Verenigd Koninkrijk is de politieke macht verschoven van de noordelijke naar de zuidelijke Europese landen, waardoor het voor de "Zuinige Vier" - Zweden, Nederland, Oostenrijk en Denemarken - moeilijker is om strikte uitgavenbeperkingen op te leggen aan het EU-beleid. Het valt nog te bezien of deze laatste factor een permanent karakter krijgt.

    Vanuit budgettair en politiek oogpunt is het NGEU-fonds zinvol. De symmetrie van de coronavirusschok in landen met een ongelijke begrotingspositie, maar die lid zijn van een muntunie, betekende dat een gecoördineerde beleidsreactie altijd de beste oplossing was. Een sterke, gesynchroniseerde begrotingsrespons zal de economie van de eurozone helpen ondersteunen en de omvang van de toekomstige begrotingstekorten beperken door sterkere totale belastinginkomsten. Ervan uitgaande dat de meer budgettair conservatieve Noord-Europese landen de leden met toekomstige onhoudbare tekorten zouden moeten redden, is het bovendien logisch om de Zuid-Europese landen met een zware schuldenlast te helpen voordat ze dat omslagpunt bereiken.

    Geen magische oplossing

    Het NGEU-fonds zal echter niet automatisch een oplossing bieden voor de grootste structurele uitdagingen van de EU. Hoewel subsidies uit het herstelfonds in principe gekoppeld zijn aan macro-economische hervormingen, is het onduidelijk of deze hervormingen voldoende ambitieus zijn om de begunstigde landen te helpen een hoger groeipotentieel op lange termijn te genereren. In plaats van de landen te helpen bij het herstel, zou de strikte tenuitvoerlegging van ambitieuze hervormingen de situatie op korte termijn zelfs kunnen verergeren.

    In het ideale geval zou er vandaag geld worden vrijgemaakt tegen een geloofwaardige belofte om over vijf jaar hervormingen door te voeren. Maar een dergelijke belofte zou niet geloofwaardig zijn omdat het voor een regering nu moeilijk is om de acties van een toekomstige regering te dicteren. Succesvolle macro-economische hervormingen zijn een kwestie voor de Zuid-Europese economieën, want de enige manier om de grote schuldenlast van deze landen duurzaam te verminderen, is door eruit te groeien.

    Het blijft ook onduidelijk of het NGEU-fonds groot genoeg is om het herstel te ondersteunen in geval van een tweede virusgolf. Veel van de maatregelen die in het kader van het EU-fonds zijn overeengekomen, worden door de EU-leiders beschouwd als uitzonderlijke eenmalige steun aan de meest getroffen landen. De pandemie is echter nog niet voorbij en in sommige landen zijn er al tweede pieken. Hoewel Wieladek meent dat het onwaarschijnlijk is dat nationale lockdowns zich opnieuw zullen voordoen, kunnen ze niet volledig worden uitgesloten. In een dergelijk scenario, zou het geld dat via het NGEU-fonds beschikbaar wordt gesteld, waarschijnlijk een druppel op een gloeiende plaat zijn ten opzichte van wat nodig is om de EU-conomie te ondersteunen. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat de EU, omdat er al enkele fondsen zijn verstrekt, zal instemmen met een andere stap die net zo moedig is als het NGEU-fonds.

    Houdbaarheid overheidsschuld blijft een belangrijke uitdaging

    Over het geheel genomen schept het akkoord van het EU-herstelfonds, waarbij sommige staten meer profiteren van subsidies dan zij uiteindelijk zullen terugbetalen, een precedent voor begrotingsoverdrachten om economische schokken te helpen opvangen. Dit is dan ook een eerste en belangrijke stap in de richting van een fiscale unie. De enige duurzame manier waarop de Zuid-Europese landen van hun grote overheidsschuld kunnen komen, is door een hogere economische groei op lange termijn. Hoewel de herstelplannen die aan de subsidies zullen worden gekoppeld, nog niet zijn ingediend, is het onwaarschijnlijk dat de macro-economische hervormingen ambitieus genoeg zullen zijn om de groei op lange termijn te helpen verhogen. De houdbaarheid van de overheidsschuld op middellange termijn zal voor deze landen dan ook een belangrijke uitdaging blijven.