De Scandinavische interpretatie van solidariteit – een lesje voor Europa

Door Christofer Govaerts - Chief Strategist bij Nagelmackers

Recent komen Scandinavië en meer bepaald Zweden in een slecht daglicht. Eerst was er de nogal progressieve lakse Zweedse aanpak van de coronacrisis. Maar ook de Zweedse en Deense stugge houding naar het Europese noodfonds (Duits/Frans initiatief) doet hier en daar wenkbrauwen fronsen. Betekent dit nu het einde van de Scandinavische solidariteit of een ruk naar rechts? Of, is er misschien iets fundamentelers aan de hand?

We draaien de klok terug – Scandinavië 1992

Zelfs voor 2008 en 2020 genadeloos toesloegen, kende de wereld al lokale crisissen van een stevig kaliber. In 1992 was het de beurt aan Scandinavië. De regio werd getroffen door een hypotheek-/vastgoed-/bankencrisis, vergelijkbaar met wat de wereld in 2008 ervaarde. En wanneer we dieper ingaan op deze crisis van 1992 en de littekens die ze naliet, stellen we vast dat de economische geschiedenisboeken deze crisis bestempelden als de tweede ergste ooit in de geschiedenis van het Westen (na de Grote Depressie en totdat 2008 eraan kwam).

Het was zelfs zo ernstig dat Scandinavische landen in hun crisisbehandeling geconfronteerd werden met existentiële vragen: hoe lossen we dit op, hoe gaan we toekomstige crises aanpakken en hoe kunnen we het welvaartsmodel beschermen en verzekeren van continuïteit?

De Zweedse overheid hanteerde een zeer strakke en nuchtere aanpak. In een eerste fase werd het banksysteem grondig hervormd (en dit loonde in 2008) en werd er massaal geld in het systeem gepompt. Men nationaliseerde banken die dan in een later stadium werden geherprivatiseerd. Dit leidde initieel tot een opstoot van de publieke schuld richting 80% van het BNP, maar hier bleef het niet bij.

In een tweede stadium werden er enkele grondige structurele hervormingen doorgevoerd. Aan de basis lag een compleet nieuw begrotingsconcept waarbij tevens over de generaties heen en naar toekomstige overheidsverplichtingen werd gekeken. We kunnen het belang hiervan niet genoeg herhalen, en ik wend mij bij deze ook naar Belgische politici over het hele politieke spectrum.

Het Zweedse begrotingsproces is een dynamisch gegeven dat geprojecteerd wordt over de hele conjunctuurcyclus, d.w.z. heropleving – piek – recessie – heropleving.

Gemiddeld gesproken beslaat zo een cyclus 6 tot 7 jaar. Maar belangrijker nog is dat wie er ook aan de macht is, sowieso verplicht is om zich te schikken naar enkele elementaire richtlijnen die zelfs grondwettelijk werden vastgelegd. Dit lijkt allemaal nogal saai, maar dat is het niet. Deze richtlijnen zijn dus een obligate richtsnoer voor het te voeren begrotingsbeleid. Over de hele cyclus is de doelstelling en vuistregel dat men begrotingsgewijs neutraal werkt. Men kan tekorten genereren in tijden van tegenspoed, maar dit moet dan gecompenseerd worden door overschotten in tijden van voorspoed. Technisch houdt dit in dat de begrotingsstabilisatoren volop in actie mogen en moeten treden, maar dit dan ook in beide (!) richtingen, een ‘klein’ detail dat politici wel eens graag over het hoofd zien.

En deze begrotingsoefening wordt op regelmatige tijdstippen aan de realiteit onderworpen en indien nodig bijgestuurd. Deze monitoring is geen uitsluitende bevoegdheid van politici: dit proces wordt uitgevoerd door een panel van leidinggevende politici, specialisten uit de privé sector en economische academici.

Naast deze nieuwe revolutionaire begrotingsaanpak, voerden zowel Zweden als Denemarken enkele noodzakelijke welvaartshervormingen door zodat het model de tand des tijds zou kunnen trotseren. Zweden bv. heeft sinds de jaren ’90 hard gewerkt aan het pensioen systeem. Je hebt 3 pijlers. Eerst en vooral een basis minimumpensioen dat voor iedereen gelijk is. Ten tweede, een verplichte pensioencontributie van de overheid en privé-werkgevers voor de werknemers in privé en publieke sector.

En ten slotte een mogelijkheid tot privé-pensioenopbouw dat fiscaal wordt aangemoedigd. Ook de arbeidsmarkt werd grondig hervormd. Er zijn ruime budgetten voorhanden met betrekking tot opleiding en de zoektocht naar werk. Tegelijkertijd blijft de werkloosheidsuitkering aanzienlijk maar daalt ze wel. Het welvaartsmodel blijft dus redelijk genereus in termen van sociaal vangnet, maar iedereen heeft naast rechten ook verplichtingen naar dit model toe.

Back to the future – De Scandinavische welvaartsstaat vs. Europa

Hoe heeft Scandinavië deze hervormingen verteerd over de afgelopen 25 jaar? Wel, indien men een blik werpt op de volgende grafieken, kan men vaststellen dat de bevolking er redelijk goed voor staat. Indien je trouwens begrotingsgewijs naar de situatie van 1999 zou kijken, dan zou naast Duitsland enkel Denemarken en Zweden technisch toegelaten mogen worden tot EMU op basis van de strikte Maastricht begrotingscriteria-interpretatie. Zij hebben deze keuze destijds geweigerd en de geschiedenis blijkt hen achteraf zeker geen ongelijk te geven. Een jammerlijke vaststelling vanuit EMU standpunt.

Zweden fiscaal Schulden voor covid 19

2019 Pre-COVID openbare schuldratio’s

Voorlopige conclusies – 2020 reality check

1. Indien we de grafieken van naderbij bestuderen, is het duidelijk dat Scandinavische landen zeer goed gewapend zijn om economische schokken op te vangen, en dit zonder begrotingsgewijs in problemen te geraken. Nemen we er nu even België bij: Het tekort voor dit jaar zal oplopen tot 46 miljard EUR, of meer dan 9% van het BNP. Onze schuldratio gaat dus terug fors boven 100% van het BNP, ongeveer het niveau waarop we in 1999 de eurozone intraden. We zijn dus 20 jaar verloren in termen van schuldafbouwbeleid.

2. Scandinavië verwezenlijkt dit met een nog steeds genereus welvaartsmodel, waarbij het gemiddelde overheidsbeslag (uitgaven en belastingen) nog steeds 50% van het BNP bedraagt, equivalent aan België. Onze buren uit het Hoge Noorden krijgen daar wel heel wat voor terug. Geniet de Belgische burger van een identieke dienstverlening?

3. Om dit alles te bereiken moet men dus politieke durf en slagvaardigheid aan de dag leggen en vooral ook de timing van de actie is belangrijk. Ondanks de huidige weerbarstigheid van het Noorden naar de EU toe, ga ik er toch van uit dat de Scandinaviërs hun nationale solidariteit zouden willen uitbreiden naar Europa. Maar daar zijn wel randvoorwaarden aan verbonden: empirische evidentie van een gelijkaardige aanpak van hun solidariteitsbeginsel. Jammer genoeg kan het gros van de eurozone deze geloofsbrieven niet voorleggen. Sinds 1999 is er namelijk maar weinig vooruitgang geboekt in termen van hervormingen om een welvaartsmodel structureel betaalbaar te houden.

4. In een notendop: Scandinavië heeft zijn bedenkingen bij de Europese financiële aanpak van de coronacrisis en daar is een gegronde reden voor in termen van solidariteit. De EU-lidstaten moeten daarom dus grotendeels ook een mea culpa slaan wanneer er geen omvangrijke blanco cheque vanuit het Noorden wordt geschreven. En dat is gewoon een nuchtere Zweedse vaststelling en harde realiteit.