Macroscoop: Wals in driekwartsmaat

Door Enguerrand Artaz, beheerder La Financière de l'Echiquier.

"Une valse à trois temps […] comme c’est charmant", zong Jacques Brel op het onstuimige ritme van een accordeon. Ook de drie maten van de Europese wals konden beleggers duidelijk bekoren – in een strak ritme dansten ze de beurzen omhoog.

De eerste maat, medio mei, was het ambitieuze voorstel van Frankrijk en Duitsland. Dat zette de deur open voor een collectivisering van de schulden op Europees niveau en sterkere solidariteitsmechanismen. De tweede maat, op 27 mei, was het ontwerp-herstelplan van 750 miljard euro van de Europese Commissie, waarin de voorstellen van Merkel en Macron verwerkt zaten. De derde maat, tot slot, volgde afgelopen week, toen de Europese Centrale Bank nieuwe maatregelen aankondigde.

Christine Lagarde heeft namelijk laten weten dat het aankoopprogramma dat specifiek voor de COVID-19-crisis was opgezet (Pandemic Emergency Purchase Programme, PEPP) met zes maanden wordt verlengd, tot eind juni 2021, waarbij het bedrag van de maandelijkse aankopen op vrijwel hetzelfde niveau wordt gehandhaafd. Dat betekent dat de aanvankelijke enveloppe van het plan wordt opgetrokken met 600 miljard tot 1.350 miljard euro.

De ECB maakte ook duidelijk dat in het kader van het PEPP de opbrengst van vervallende effecten tot minstens eind 2022 zal worden herbelegd. Daar staat tegenover dat er – in dit stadium – geen sprake van is om in het PEPP ook effecten met een rating beneden beleggingskwaliteit op te nemen ('junk bonds'). Lagarde gaf wel aan dat de ECB de situatie van die obligaties "blijft monitoren" en liet daarmee doorschemeren dat ze dergelijke aankopen niet uitsluit als de situatie daarom zou vragen.

Die nieuwe steun uit monetaire hoek was iets ruimer dan beleggers hadden verwacht en kwam op precies het goede moment om de begrotingsstimuli van de Europese Commissie te ondersteunen. Dat samenspel van monetair en budgettair beleid vormt een zeer solide 'policy mix'. De ambitieuze beslissingen hebben beleggers overduidelijk vertrouwen ingeboezemd.

Europese aandelen deden het de afgelopen weken aanzienlijk beter dan hun Amerikaanse tegenhangers (het verschil tussen de Euro Stoxx 50 en de S&P 500 bedraagt ruim 9% sinds 15 mei). In de perifere landen – die het meest baat hebben bij gecollectiviseerde schulden en herverdeling van welvaart via het herstelplan – is de rente flink gedaald. Zo is de Italiaanse tienjaarsrente, die half mei nog op 1,86% stond, teruggevallen naar 1,42%. Het vooruitzicht van een krachtig herstelplan en de extreme kloof tussen de resultaten en de waarderingen van bedrijven kwamen vooral waardeaandelen ten goede: die waren achtergebleven, maar doen het sinds 15 mei 6,5% beter dan groeiaandelen.

Ook de euro profiteerde sterk van deze ontwikkeling en steeg van 1,08 dollar medio mei naar 1,13 dollar vandaag. Daar zijn twee redenen voor. Om te beginnen heeft Europa met zijn verregaande en gesynchroniseerde beleidsmaatregelen onmiskenbaar aan geloofwaardigheid gewonnen. Ten tweede is, zoals Lagarde tijdens haar persconferentie ook benadrukte, de vraag naar de Europese munt bij buitenlandse beleggers erg groot.

Europa, dat bij vorige crisissen eindeloos bleef weifelen en daar een zware prijs voor betaalde, heeft zich ditmaal zonder aarzelen op de dansvloer gestort en lijkt zo de markten te hebben overtuigd om enkele maten mee te dansen. Nu is het alleen hopen dat de danspartners die voorlopig nog afzijdig blijven – met name Oostenrijk, Nederland, Denemarken en Zweden – en zich tegen het herstelplan verzetten, het bal niet voortijdig stilleggen.

Alle vermelde rendementen zijn met herbelegde dividenden en in lokale valuta's, per 04/06/2020.