Keep calm and carry on

  • Nu de maand mei is begonnen, kunnen marktdeelnemers wel eens grillig gedrag vertonen, dat deels is gebaseerd op seizoensgebonden wijsheden. Voor beleggers met een goed gediversifieerde portefeuille is er echter geen reden tot paniek. Wel integendeel, een gezonde diversificatie tussen obligaties en aandelen zal in de toekomst een stabiel rendement mogelijk maken.
    Peter de coensel
    Peter de Coensel

  • Verkoopagenten roepen het einde uit van de traditionele opbouw van een portefeuille. Het bepleiten van meer marktrotatietransacties komt voor hen goed uit, zoals duidelijk werd uit hun schitterende cijfers van het eerste kwartaal, die we vorige week te zien kregen. Winst bij de banken is afhankelijk van commissies. Wees dus op je hoede voor wie de boodschap brengt.
  • Nu we de laatste fase van de coronapandemie ingaan, zullen de financiële markten de wereld in het postcoronatijdperk beginnen te 'taxeren'. In hoeverre is ons gedrag veranderd? Tal van vragen blijven onbeantwoord, er heerst nog veel onzekerheid. Koester dus je obligatiecomponent, ongeacht je beleggersprofiel.

    Niemand weet op dit moment al hoe de uitweg uit de wereldwijde pandemie eruit zal zien. Hoop doet echter leven, zoals blijkt uit de torenhoge waarderingen van risicoactiva, zowel aandelen als hoogrentende obligaties (HY: high yield). In die mate zelfs dat beleggers kunnen gaan twijfelen aan het aanhouden van risicovrije staatsobligaties uit ontwikkelde markten, staatsobligaties uit opkomende markten, obligatie-indices en obligaties met een 'investment grade'-rating (IG), die tot dusver in 2021 van dieptepunt naar dieptepunt zakken.

    Moeten bij uitbreiding beleggers met defensieve, evenwichtige en dynamische portefeuilles zich ook zorgen beginnen te maken? Laten we ons concentreren op de obligatiecomponent van elk profiel om antwoorden op onze vragen te vinden. De aandelencomponent dient dan slechts als leidraad voor de looptijd.

    Dit jaar boeken defensieve profielen met een aandelencomponent tot maximaal 20% tot dusver nog steeds een positief rendement van ongeveer 1,00% tot 1,75%. Als we dieper graven, zien we een positieve correlatie tussen rendement en blootstelling aan wereldwijde obligaties in meerdere valuta's of regionale IG- en HY-obligaties. Omdat bedrijfsobligaties een deel van de aankoopprogramma's van centrale banken vormen, bleven IG- en HY-obligaties immers gevrijwaard van de stijgende kerninflatie.

    Het herstel van de groei heeft de obligatietermijnpremies doen stijgen en de kernrentecurves van staatspapier steiler gemaakt, maar ook de bedrijfsbalansen versterkt. Wereldwijde obligatieproducten hadden enigszins te lijden onder de valutadepreciatie, maar hebben na verloop van tijd hun lopende rendement mooi zien stijgen.

    Globaal genomen bieden wereldwijde obligatiepakketten een rendement tussen 1,25% en 1,75%, terwijl schuldinstrumenten in groeimarkten kunnen pronken met een gezond rendement tussen 5,00% en 5,50%. Kortom, defensieve profielen maken hun belofte waar: ze bieden grotendeels hun beloofde kapitaalbescherming. Als we een advies moeten geven, dan is het dit: koop wereldwijde obligaties bij die je extra blootstelling aan een groter aantal onafhankelijke obligatierisicofactoren, waaronder rentes, creditspreads en valuta, kunnen bieden.

    De meerderheid van evenwichtige portefeuilles op de Europese markt, met een traditionele 60%-40% verdeling tussen aandelen en obligaties, kon in 2021 een solide resultaat van 4,25% tot 5,00% voorleggen. De meest risicovolle portefeuilles daarvan, met een aandelencomponent dichter bij 60%, boekten de beste resultaten. De vuistregel is dat slimme investeerders het best elke 10% aandelen in evenwicht brengen met één jaar aan looptijdblootstelling. De 60%-40%-portefeuille zou dus een looptijdrisico van ongeveer 6 jaar moeten bevatten.

    Het beste advies is om niets te doen en pas te herschikken wanneer je dat nodig vindt. Er wordt gezegd dat de negatieve correlatie tussen aandelen en obligaties op haar retour is, en dat beleggers in 60%-40%-portefeuilles dus mogelijk een alternatief zullen moeten zoeken voor de traditionele obligatiecomponent. Zodra een agressieve verkrappingsstrategie van de monetaire autoriteiten samengaat met het loslaten van de inflatie, duikt het risico van een positieve correlatie tussen het aandelen- en obligatierendement op. Momenteel is daar echter nog niets van te merken.

    We krijgen ook te horen dat alternatieven met een hoger rendement, zoals private schulden, hybride kapitaal of samengestelde obligaties, blootstelling aan onafhankelijke obligatierisicofactoren kunnen verminderen. De traditionele obligatiecomponent volledig vervangen door dergelijke alternatieven kan echter resulteren in een hogere correlatie met volatielere aandelen.

    Intussen zijn het hoogdagen voor dynamische beleggersprofielen. Deze profielen met een aandelencomponent boven 75% haalden dit jaar tot nu toe een rendement van ongeveer 7,25% tot 8,00%. Bij het begin van de maand mei laten dynamische beleggers zich mogelijk (ver)leiden door de seizoensgebonden beurswijsheid 'Sell in May and go away'. Obligatiebeleggers geven hier doorgaans geen gehoor aan. Markttiming in de obligatiemarkten is vrij zinloos. In plaats daarvan zouden dynamische beleggers, uit bezorgdheid voor het aandelenrisico, de interessante positieve convexiteit in het langetermijngedeelte van de rentetermijnstructuur moeten opzoeken.

    In het segment met looptijden van 30 jaar, met een rente van 2,30% op Amerikaans schatkistpapier, 3,00% op Amerikaanse kwaliteitsvolle IG-bedrijfsobligaties, of 1,50% op Spaanse staatsobligaties, zien we kansen met diversificatievoordelen. Het advies voor de dynamische beleggers is om de gemiddelde looptijd van de obligatiecomponent van hun portefeuille te verhogen. Die obligatiecomponent zou bovendien zoveel mogelijk uit risicoloze leningen moeten bestaan.