Door Christofer Govaerts, Chief Economist
In de meer noordelijk gelegen Germaanse landen is het midzomerritueel nog steeds het feest van het jaar, waarbij men de langste periode van het daglicht eert. In sommige delen van Scandinavië is dat zeker geen luxe en daarom een periode die men omhelst. Het feest vindt plaats tussen 24 en 26 juni en beslaat in sommige gevallen enkele dagen. Na midzomer gaat het bergafwaarts wat het aantal uren daglicht betreft.
We hebben op de financiële markten de eerste jaarhelft achter de kiezen, tijd om een midzomer check-up te verrichten.
Wat risicoactiva zoals aandelen betrof was het reeds een semester analoog aan Wimbledon. Terwijl menig analist uitging van een verwacht rendement van 7 tot 8% voor het hele jaar, hebben we in het geval van de VS en Europa de kaap van 10% vlot genomen (± 15%). De tegenvallers hier zijn Japan en de opkomende markten waarvan het rendement – zij het nog steeds positief – toch ver beneden de verwachtingen lag.
Betekent dat nu einde verhaal voor de tweede jaarhelft en letterlijk een zonnewende die zich gaat manifesteren? Niet noodzakelijk, maar er zijn wel enkele randvoorwaarden die moeten ingelost worden. De lat voor de winstverwachtingen ligt nog steeds hoog, maar voorlopig is er hier nog geen vuiltje aan de lucht en zal het huidige kwartaal net zoals het vorige positief verrassen. De COVID-opflakkering is naar alle waarschijnlijkheid van tijdelijk aard aangezien het vaccinatiemomentum – althans in Westen – op volle toeren draait. Of het inflatiemomentum tevens van tijdelijk aard is, is een ander paar mouwen.
En dat element zal zeker de komende maanden onze krantenkoppen domineren.
Hier is het rapport minder fraai, maar laat het ons bestempelen als positief-negatief. Negatief in de zin dat de rendementen quasi over de hele lijn onder 0% lagen en positief in de zin dat de schade nog beperkt is gebleven. Het eerste kwartaal was een klein bloedbad, maar dankzij de mondelinge interventies van onze centrale bankiers werden de fianciële markten naar het einde van het tweede kwartaal toe gesust en gingen de meeste leidinggevende rentes terug zuidwaarts. Is er ook hier sprake van een zonnewende?
Moeilijk te voorspellen en net zoals bij de aandelenmarkten zal veel afhangen van de verdere inflatie evolutie, niet zozeer van monetaire exits op korte termijn. Feit blijft wel dat in termen van reële rendementen het grootste deel van vastrentende activa aan minder attractieve risico-/rendementsverhoudingen noteert en dus nog niet echt onze voorkeur draagt.
Grondstoffen hadden om legio reden de wind in de zeilen. Er was eerst en vooral de globale economie die geleidelijk aan in hogere versnelling schakelde. Anderzijds was er de logistieke problematiek, grotendeels veroorzaakt door COVID, met heel wat flessenhalzen tot gevolg. En die laatste zijn nog steeds niet opgelost (bv. halfgeleiders, tekort aan chips in de automobielindustrie …).
Ook goud – na een appelflauwte begin tweede kwartaal – had rugwind omwille van de orale centrale bankier-interventies en de impact op de langetermijnrentes. En last but not least: op de huidige lage nominale en diep negatieve reële renteniveaus wordt de goudprijs stevig ondersteund. De USD, ten slotte, kende een hobbelig parcours tegenover de euro, zij het wel in een nauwe bandbreedte. Momenteel staat de USD op een winst van om en bij de 3%.
Zoals reeds vermeld kan een zonnewende toch nog garant staan voor een mooie nazomer en herfst. Welke factoren zullen bepalend zijn voor een positief vervolg aan ons verhaal?
Naar alle waarschijnlijkheid zullen de markten zich meer focussen op de Franse presidentsverkiezingen die gepland staan in de lente van 2022 (10 & 24/04/22) .