ASI: Centrale banken moeten neutrale rol behouden in strijd tegen klimaatcrisis

Centrale banken denken steeds meer na over hun rol als het gaat om het realiseren van klimaatdoelstellingen en hopen zo het klimaat als beleidsprioriteit bij overheden te bevorderen. Luke Bartholomew, monetair econoom en Paul Diggle, hoofdeconoom bij Aberdeen Standard Investments (ASI), kijken kritisch naar deze rol van centrale banken nu de klimaattop COP26 nadert: “Het optreden van centrale banken mag niet de rol van overheidsmaatregelen overnemen, maar moet er een aanvulling op zijn”, zo stellen ze.

“De betrokkenheid van centrale banken als het gaat om het bestrijden van de klimaatcrisis is in strijd met hun neutrale rol. Maar dat geldt eigenlijk ook voor het Pepp-programma, het verstrekken van financiering tegen gunstige voorwaarden en de inzet van negatieve rentetarieven. Dit heeft allemaal invloed op de economie. Het opkoopprogramma is vooral gunstig voor die bedrijven die obligaties uitgeven, terwijl een ruimere liquiditeitsverschaffing de banken helpt. Het gebruik van deze instrumenten is volgens ons dus niet neutraal, omdat zij sommige sectoren meer vooruithelpen dan andere.”

Drie belangrijke instrumenten voor centrale banken

Bartholomew en Diggle denken aan drie instrumenten die centrale banken kunnen inzetten in de strijd tegen klimaatverandering die wel neutraal zijn. De eerste is dat centrale banken de gevolgen van klimaatverandering, de fysieke en financiële risico's en alternatieve scenario’s duidelijker opnemen in hun economische- en inflatievoorspellingen, in hun mededelingen na afloop van de vergaderingen en in de stresstests voor banken.

“Dit vereist dat centrale banken over de deskundigheid beschikken om deze exercitie geloofwaardig uit te voeren.” Diggle en Bartholomew zien dat terug in het klimaatactieplan van de ECB: het eerste uitvoeringsjaar van het plan is vooral gericht op het ontwikkelen van deze expertise.

Een tweede en drastischer instrument is dat centrale banken volgens Bartholomew en Diggle bij hun dagelijkse balansbeheer en hun krediettransacties de klimaatscore kunnen gebruiken om de waardering (of haircut) van die asset dat als onderpand voor een lening dient, aan te passen. Deze benadering stelt centrale banken in staat de gevolgen voor het klimaat continue aan te kaarten.

“Dit is ook gemakkelijk te rechtvaardigen: de centrale bank kan aanvoeren dat er een groter risico zit aan "bruine" dan aan "groene" beleggingen en dat een forsere "haircut" dus in wezen een voorzichtige maatregel is”, stellen de economen, “De ECB heeft bijvoorbeeld de eisen die worden gesteld aan green bonds versoepeld, waardoor deze nu wel in aanmerking komen als onderpand.

Betere klimaatresultaten worden bereikt via zowel de relatieve vraag van commerciële banken naar groene tegenover bruine beleggingen als deze laatste minder bruikbaar zijn als onderpand, als via het signaal dat de centrale bank afgeeft over de risico's die verbonden zijn aan bruine beleggingen ten opzichte van groene assets.”

“Tot slot zouden centrale banken, in hun rol van toezichthouder, op basis van ESG-criteria verschillende kapitaaleisen kunnen stellen aan de kredietverleningsactiviteiten van banken - een klimaatspecifiek equivalent van een anticyclische kapitaalbuffer. Zo zou de kapitaalvereiste voor een lening aan een groen bedrijf of -project minder streng kunnen zijn dan voor andere leningen, waardoor de kapitaalkosten voor dit soort activiteiten dalen en leningen voor activiteiten die de energietransitie aanjagen worden aangemoedigd”, concluderen de ASI-economen.