Inflatie: Jerome Powell staat voor aartsmoeilijke opdracht

De voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve zit in het defensief. Hij verkondigde, alle bewijzen van het tegendeel ten spijt, bijna een jaar lang stellig dat de Amerikaanse inflatie 'van voorbijgaande aard was', maar geeft nu toe dat die omschrijving niet langer houdbaar is.

Daarmee slaat hij niet alleen impliciet mea culpa, maar luidt hij ook een nieuwe fase in de geschiedenis van de Fed in: na twee jaar van verregaande verruiming nadert onvermijdelijk een doortastende verkrapping het monetair beleid. Terwijl het sowieso al een heikele klus belooft te worden om die omwenteling te volbrengen zonder de economische groei te fnuiken, moet de centrale bank ook nog eens vier extra obstakels het hoofd bieden.

Om te beginnen is de inflatie die de Fed moet bestrijden voor een stuk het gevolg van factoren waarop zij geen invloed heeft. Op de energieprijzen, de kosten voor de energietransitie, de problemen met de aanvoer van elektronica en de files in de havens heeft de bank geen vat. Die problemen blijven echter aanslepen en sijpelen uiteindelijk deels door naar de kerninflatie die de Fed moet bewaken. Die zit dus in de ongemakkelijke positie dat ze er niets aan kan veranderen, maar er wel op moet reageren.

Schuldenberg

Ten tweede moet de Fed rekening houden met de schuldenberg in de VS en, aangezien de Amerikaanse rente de hele planeet beïnvloedt, de rest van de wereld. Sinds de jaren 1980 ligt bij elke verkrapping van het monetair beleid de totale staatsschuld in verhouding tot het bbp hoger dan de vorige keer. De schuldratio steeg van bijna 30% in de vroege jaren 80 naar om en bij de 60% begin jaren 90, brak kort na de crisis van 2008 door de grens van 100% en piekt volgens de Federal Reserve van Saint Louis vandaag op meer dan 120%.

Dat de schuldenlast verviervoudigd is, betekent echter dat het onmogelijk is de rentelasten even sterk te verhogen als destijds. De monetaire wurggreep waarmee de centrale bank de inflatie te lijf ging in de vroege jaren 80 – toen de richtrente opliep tot 20% – is door die enorme schuldenberg vandaag totaal ondenkbaar. De Fed heeft nog wel wat bewegingsruimte, met name omdat ze bijna een kwart van de staatsschuld zelf in handen heeft, maar die is ontegensprekelijk een stuk kleiner dan vroeger.

Koffiedik kijken

Ten derde moet de Federal Reserve tegen een aanzwellende coronagolf in roeien. Hoe hoog die precies zal worden, valt op dit moment – begin december – moeilijk te zeggen. Voorlopig woedt de pandemie in de Verenigde Staten veel minder hevig dan in Europa. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat de winterse golf van 'deltabesmettingen' die Europa overspoelt, de VS zou overslaan. Welke impact de omikronvariant mogelijk zal hebben, is vooralsnog koffiedik kijken. Is het vals alarm of komt er een heuse tsunami? Alleen de tijd zal het ons leren. De Fed zal op haar eerstvolgende vergadering – op 15 december al – de sprong moeten wagen zonder dat risico correct te kunnen inschatten. Ze moet met andere woorden haar koers voor een stuk blind bepalen.

Tot slot kijkt de Fed aan tegen de dollarkoers. De rente vroeger verhogen dan de andere centrale banken, in het bijzonder dan die van de eurozone en China, zou de dollar hoger stuwen. Dat hebben we dit jaar al gezien. Een sterkere dollar helpt in de strijd tegen de prijsstijgingen van ingevoerde goederen aangezien import er goedkoper door wordt, maar weegt op de export en maakt het moeilijker om industrie terug naar eigen land te halen. Het handelstekort zou er dus nog groter door worden, vooral met China, terwijl de Verenigde Staten zich daar net – tevergeefs – van trachten te ontdoen.

Jerome Powell staat in december dus voor een aartsmoeilijke opdracht. Gevangen tussen vier vuren en opgejaagd door Joe Biden – die zelf in een moeilijke positie zit – zal hij blijk moeten geven van een ongeziene behendigheid om het Amerikaanse beleid uit zijn netelige situatie te bevrijden. Niet voor het eerst en ongetwijfeld ook niet voor het laatst. In de strijd tegen de inflatie heeft Powell vooralsnog geen potten gebroken, maar de Amerikaanse geschiedenis staat bol van de helden die na een mislukking wedergeboren zijn. Voegt hij zich binnenkort bij dat illustere rijtje?

Olivier de Berranger (CIO) en fondsmanager Alexis Bienvenu bij La Financière de l’Échiquier (LFDE)