- VS gaan een recessie tegemoet, maar geen crisis
- China houdt problemen met vastgoedsector en Covid-beleid
- Europa krijgt het economisch zwaar te verduren
- Latijns-Amerika vormt een klein lichtpuntje
Er is geen ontkomen aan: In alle regio's en sectoren wordt de wereldeconomie geconfronteerd met een reeks uitdagingen voor de economische groei. De zorgen die 2022 domineerden - verhoogde inflatie, krappere financiële omstandigheden, energieverstoringen, afnemende groei in China - zullen niet in een klap verdwijnen. J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de wrijving in de wereldeconomie zal blijven toenemen. Een door het monetaire beleid veroorzaakte recessie in de Verenigde Staten lijkt meer dan waarschijnlijk in 2023 en Europa krijgt te maken met een moeilijker economisch klimaat, dat wordt gekenmerkt door stagnerende groei en hoge inflatie. Het pad van China zal worden bepaald door Covid en Latijns-Amerika kan een lichtpuntje zijn.
Hoewel de groei in de Verenigde Staten relatief veerkrachtig is geweest, denkt J.P. Morgan Private Bank dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de schulden weer oplopen en werknemers hun baan verliezen. Normaliter treffen verkrappingscycli eerst rentegevoelige sectoren. Later leiden ze tot banenverlies in de hele economie - soms zelfs 12-18 maanden nadat de rente een restrictief niveau heeft bereikt. J.P. Morgan Private Bank verwacht het grootste banenverlies in de technologiesector, de vastgoedsector en de verwerkende industrie.
Belangrijk is echter dat J.P. Morgan Private Bank geen neergang verwacht zoals tijdens de Grote Recessie die plaatsvond tussen 2007 en 2009. De financiële sector, het bedrijfsleven en de huishoudens zijn nu goed gekapitaliseerd, wat tijdens de financiële crisis absoluut niet het geval was. Het bankwezen heeft bijvoorbeeld een loan-to-deposit ratio van ongeveer 70% tegenover 100% vóór de financiële crisis. Bedrijven en huishoudens hebben momenteel een robuuster overschot (totale inkomsten minus totale uitgaven) dan vóór enige recessie sinds 1950.
In China kunnen de gevolgen van de instortende vastgoedsector en het nul-COVID-beleid de groei van het BBP blijven afremmen. De export ligt boven het niveau van voor de COVID, maar de verkoop van gebouwen en de groei van de nieuwbouw dalen en vertonen vooralsnog geen tekenen van een ommekeer. Recente beleidsaankondigingen wijzen op meer overheidssteun, maar bevestiging hiervan uit de gegevens onbreekt vooralsnog.
De Chinese beleidsmakers richten hun investeringen op de ontwikkeling van de infrastructuur. De bescheiden groei-impuls wordt echter gedwarsboomd door het nul-COVID-beleid en de problematische vastgoedsector. Tot 2023 zal een trage heropening plaatsvinden, maar dit zal waarschijnlijk gespreid en voorzichtig gebeuren.
Voorlopig verwacht J.P. Morgan Private Bank in ieder geval dat de Chinese overheid zich richt op economische stabiliteit, niet op stimulering en daarom ziet zij geen snelle opleving van de Chinese groei.
De economische situatie in Europa ziet er hoe dan ook somber uit, ook al heeft de groei zich beter gehouden dan velen hadden verwacht. De oorlog in Oekraïne drijft tegelijkertijd de inflatie op, verlaagt de reële inkomens, verzwakt de externe financiën en stelt de geloofwaardigheid van de 2% inflatiedoelstelling van de ECB ter discussie. Extra renteverhogingen om de inflatie te bestrijden zullen onvermijdelijk de groei drukken, en het ziet er niet naar uit dat de obligatiemarkten positief tegenover grootschalige steunprogramma's zullen staan.
Veel leveringsketens zijn verstoord en het vertrouwen van bedrijven en huishoudens is zelden zo zwak geweest. Het einde van de oorlog zou de economie een flinke impuls geven en zeker het ondernemers- en consumentenvertrouwen verbeteren, maar J.P. Morgan Private Bank ziet dit niet gebeuren binnen haar basisscenario voor 2023.
Al bijna twee jaar presteert Latijns-Amerika beter dan andere opkomende en ontwikkelde markten, zowel wat groei, als wat rendement betreft. Ondanks de agressieve verkrappingscyclus van de Fed versterkten de belangrijkste valuta's in de regio in 2022. De Braziliaanse real en de Mexicaanse peso stegen respectievelijk met 9% en 5,5%.
De Latijns-Amerikaanse centrale banken behoorden tot de eerste die in 2021 de rente begonnen te verhogen. Tegen het einde van 2022 konden de meeste een pauze inlassen en het is mogelijk dat ze medio 2023 de rente verlagen. Dit zou een belangrijke stimulans zijn voor de Latijns-Amerikaanse aandelenmarkten, waar de noteringen in de afgelopen 15 jaar niet zo laag waren. Als het monetaire beleid wordt versoepeld, zullen de wisselkoersen daar niet onder lijden, meent J.P. Morgan Private Bank. Dat komt omdat de reële rente (vooral in Brazilië) tot de hoogste ter wereld behoort.
Latijns-Amerika zal niet ontsnappen aan de gevolgen van een verzwakkende wereldeconomie. Maar het zou relatief beschermd moeten zijn door zijn grote blootstelling aan de grondstoffensector. De politiek vormt het grootste risico voor de Latijns-Amerikaanse economieën. Als de overheidsuitgaven uit de hand lopen, kan de stabiliteit van de overheidsfinanciën in het gedrang komen.