Wessanen staat te laag

Zoals ik vorige keer schreef zijn er 3 variabelen die van groot belang zijn voor waardering van aandelen. De hoogte van het Dividend , het Geëist rendement en de verwachte Winstgroei. Wanneer de markt verkeerde verwachtingen heeft over deze variabelen, is er geld te verdienen. Zie voor de formule de nieuwsbrief van 6 januari.

Het aandeel Wessanen is al jaren een underperformer op de beurs. Door een verleden van verkeerd management en vele winstwaarschuwingen, laten veel beleggers het aandeel links liggen. Wessanen is, kortgezegd, een producent en distributeur van “gezonde voeding” en speciale snacks. Zowel in Europa als de VS hechten de mensen steeds meer waarde aan bewuster leven en gezondere voeding. Zij zijn ook bereid hiervoor te betalen. Deze trend zet naar onze mening door.

Het bedrijf heeft een jaaromzet van ongeveer 1,5 miljard Euro (60% VS, 40% Europa). De laatste 3 jaar keerde zij per jaar 0,65 euro per aandeel aan dividend uit. 28 oktober 2008 werden de 3e kwartaalcijfers gepubliceerd. Die waren goed. Klein minpuntje was de verhoging van het netto werkkapitaal maar daar was een goede reden voor: Veenhof (CEO): “Het werkkapitaal liet echter een stijging zien dit kwartaal, voornamelijk door voorraad opbouw met het oog op de traditioneel hogere verkopen in het vierde kwartaal.” Daarnaast schreef hij dat hij de vooruitzichten voor 2008 handhaafde. Het eigen vermogen per aandeel bedroeg op dat moment trouwens Euro 5,80 per aandeel. Vanaf dat moment tot eind december daalde de aandeelkoers zoals vele aandelen wereldwijd deden.

Drie redenen voor het gebrek aan vertrouwen:

1. Twijfel of hoge dividend gehandhaafd blijft.
2. Beleggers zijn banger geworden voor bedrijfsfaillissementen (de risico-opslagen stegen).

3. Beleggers calculeren lagere winstgroei of zelfs winstdaling in. Dit zijn de marktaannames. Nu de feiten:

1. Interview. In het dec2008/jan2009-nummer van Safe (een blad voor beleggers van de Rabobank) staat een kort interview met dhr. Veenhof. Dit vond plaats na 28 oktober. Enkele citaten: “Wij hebben gekozen voor een stabiel dividendbeleid. Er is geen reden om daar iets aan te veranderen”,

2. Veel bedrijven staan er slecht voor maar op dit gebied is Wessanen met een eigen vermogen per aandeel van Euro 5,80 en winstgevende business een positieve uitzondering.

3. Alle divisies van het bedrijf vertoonden op 28 oktober winst- en omzetgroei. Daarnaast zegt Veenhof in het bewuste interview: “Als de mensen straks met kerst uit bezuinigingsdrift minder uit eten gaan, zullen ze extra goed inkopen doen in de supermarkt. Dit is voor ons alleen maar gunstig.” Daarnaast: "Maar voor mij is het belangrijk dat Wessanen op de goede weg is”.

Het lijkt er zeer sterk op dat de markt veel te negatief is over de potentie van Wessanen . Het bedrijf heeft door het verleden ook geen goede naam. Veenhof staat ook behoorlijk onder druk van ongeduldige aandeelhouders. Er zijn maar enkele analisten die een koopadvies geven, de meerderheid beveelt houden of verkopen aan. Dit verhoogt het koerseffect bij meevallende cijfers. Ons uitgangspunt is dat Veenhof de waarheid sprak en dat hij in december wel met een winstwaarschuwing was gekomen als zijn uitspraken niet meer waar te maken waren.

Wanneer dit uitgangspunt niet klopt, is deze nieuwsbrief niet van waarde. Veel beleggers hebben gewoon verkocht zonder te kijken naar de feiten. Koerswinst zit in het verschiet. En mocht de koers een jaar lang stabiel blijven dan mag de belegger toch rekenen op een contant dividend van 13% (0,65 / 5.03 Euro ).

Neem contact met ons op wanneer u verdere informatie wenst over deze en andere koopargumenten of een kopie van het interview. Voor de transparantie en wetgeving: De directie van Wierda en Partners en haar cliënten hebben positie in Wessanen . (E.Wierda, directeur).

“Edwin Wierda is Algemeen Directeur van Wierda en Partners www.wepv.nl Deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling om het doen van specifieke beleggingen. Iedere belegging die de lezer overweegt te doen, zal hij/zij moeten toetsen aan de eigen persoonlijke financiële situatie.”