Buy & hold nog steeds dominant

De afgelopen maanden kwam er steeds meer kritiek op het klassieke buy & hold beleggen. Het simpelweg kopen van aandelen en op de plank leggen zo zwaar uit de tijd zijn. Beleggers zouden daarentegen veel meer op de actualiteit en op trends in moeten spelen zo lijkt consensus te worden. Dat niets minder waar is bewijzen de fondsmanagers van W.P. Stewart.

Stappen in het beleggingsproces
Mark Phelps W.P. StewartSpreiding over regio’s is anno 2011 al lang niet meer relevant aldus Mark Phelps, fondsmanager bij W.P. Stewart. ”De meeste beursgenoteerde bedrijven hebben zo ontzettend veel mondiale exposure zodat het voor een belegger weinig meer uitmaakt waar het bedrijf haar hoofdactiviteit of hoofdvestiging heeft” aldus Phelps. De fondsmanager stelt dat W.P. Stewart vasthoudt aan een bepaalde onderwaardering van een aandeel om het koopwaardig te noemen. Als eerste worden de aandelen gefilterd op basis van hun fundamentals zoals winstgevendheid en solvabiliteit. Daarna wordt er gekeken naar de verwachte winsten van het bedrijf voor de komende jaren. Deze som wordt met de koers/winst-verhouding vermenigvuldigd waarna er verschillende disconteringsvoeten worden gebruikt om de waarde contant te maken.

Focus op unieke kracht van bedrijven
Via een beleggingsstrategie die in lijn is met die van Warren Buffett wisten de fondsmanagers zowel in bull- als in bear-markten hun benchmark te outperformen. Tijdens de zeven laatste bear-markten deden de fondsen van W.P. Stewart het altijd beter dan de S&P 500-index. ”Vooral ten tijde van mineur op de beurzen levert ons fonds outperformance op“ aldus Ton Wijsman, managing director bij W.P. Stewart. Het lijkt er op dat ten tijde van koersdalingen beleggers vluchten naar de defensievere bedrijven die ten tijde van een beurshausse wellicht ondergewaardeerd waren.

Rode draad
De rode draad bij de beleggingsfilosofie van W.P. Stewart om in een aandeel te beleggen is de mogelijkheid van het bedrijf om met een relatief hoge vorm van zekerheid geld te kunnen verdienen. Hiermee bedoelt W.P. Stewart dat er alleen in bedrijven geïnvesteerd wordt die een sterke concurrentiepositie hebben die niet snel aangetast kan worden. ”Zo hebben we in het verleden ook aandelen als Intel , Microsoft en McDonald’s in onze portefeuilles gehad” aldus Wijsman. Momenteel beleggen we in bedrijven waarvan we hopen dat ze dezelfde potentie hebben als deze giganten. Als voorbeeld haalde Wijsman Yum Brands aan. Yum Brands is een Amerikaanse keten van diverse fastfood-restaurants zoals KFC, Pizza Hut en Taco Bell. Dit bedrijf dient als voorbeeld van een bedrijf dat een sterke marktpenetratie heeft maar ook nog veel groeimogelijkheden heeft. Deze combinatie is voor W.P. Stewart van essentieel belang om er in te gaan investeren.

Beter veel van weinig weten dan andersom
W.P. Stewart beperkt bewust het beleggingsspectrum dat ze covert. ”We kunnen beter veel van weinig weten dan andersom. Vraag ons dus ook niet om een voorspelling van de olieprijs” aldus Dev Chakrabarti, vicepresident bij W.P.S. Advisors. Zo zit er ook een beperking op het aantal bedrijven dat een analist kan volgen. Sommige bedrijven staan al ruim 35 jaar op de researchlijst van het bedrijf. Dit betekent echter niet automatisch dat er daadwerkelijk in belegd wordt maar dat het aandeel bij een onderwaardering pas aangeschaft wordt.

Vanaf deze maand lanceert W.P. Stewart het W.P. Stewart Global Quality Growth fonds op dat zich richt op ondergewaardeerde bedrijven met sterke concurrentieposities.