AFM wil meer inzicht kosten van beleggen

Het is voor de belegger moeilijk om eenvoudig inzicht te krijgen in de totale kosten van beleggingsdienstverlening. Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten ( AFM ).

Kosten hebben een belangrijke invloed op het nettorendement dat de belegger met beleggen realiseert. Het is daarom extra belangrijk dat beleggers de totale kosten van beleggen kunnen beoordelen en kunnen vergelijken. De AFM pleit er bij de markt voor dat zij meer inzicht in de totale kosten geeft, door een zogenoemd total cost of ownership (TCO) in te voeren. In vervolg op het onderzoek legt zij daarom een discussiedocument over dit onderwerp voor aan de markt. Partijen kunnen daarop tot 18 januari 2013 reageren.

Meer duidelijkheid nodig

Wat is TCO?

Een TCO is een kostenmaatstaf die de totale kosten van beleggen weergeeft en die door de hele markt op dezelfde manier berekend moet worden. Voorafgaand aan de dienstverlening geeft een ‘verwachte TCO’ de belegger een inschatting van de hoogte van de kosten die hij kan verwachten over een bepaalde periode (bijvoorbeeld een jaar). Gedurende de looptijd geeft een ‘gerealiseerde TCO’ de daadwerkelijk gemaakte kosten weer. Het gaat dan zowel om directe als indirecte kosten. Indirecte kosten zijn bijvoorbeeld kosten die worden gemaakt door beleggingsfondsen waarin belegd wordt. Directe kosten zijn de kosten voor de dienstverlening. Een TCO is daarmee niet hetzelfde als een all-in tarief, omdat een all-in tarief uitsluitend de directe kosten weergeeft.

De AFM is van mening dat transparantie over de kosten voorafgaand aan de dienstverlening beleggers duidelijk maakt welke kosten direct of indirect bij hem in rekening worden gebracht. Dit stelt eisen aan de duidelijkheid en volledigheid van de informatie over de kosten. Daarnaast is het belangrijk dat de belegger inzicht krijgt in wat beleggen hem in totaal kost. Dit gaat een stap verder dan transparantie. Niet alleen moet de belegger weten met welke kostensoorten hij rekening moet houden, ook moet hij zich op basis van de informatie een beeld kunnen vormen van wat hij onder de streep betaalt om te beleggen.

Kosten hebben een grote impact op het nettorendement en zijn daarom voor iedere belegger belangrijk. Dit geldt zeker voor de langetermijnbelegger. Als de jaarlijkse kosten van de belegger bijvoorbeeld worden verlaagd van 2,5% naar 2,0% van het belegd vermogen, levert dat de belegger na tien jaar beleggen ongeveer €7.500 meer rendement op, bij een initiële inleg van €100.000 en een jaarlijks brutorendement van 6,25%. Na twintig jaar beleggen levert dezelfde kostenverlaging ongeveer €22.000 op. Het effect van een kostenverlaging is groter naarmate de beleggingshorizon van de belegger langer is. Uiteraard zijn naast kosten ook andere zaken belangrijk voor de belegger, zoals de kwaliteit van de dienstverlening en het risicomanagement en het brutorendement.

Bevindingen onderzoek

De AFM heeft onderzoek gedaan bij vijftien beleggingsondernemingen naar de transparantie over de kosten en de hoogte van de kosten voor de beoogde doelgroep in beleggingsdienstverlening. Het onderzoek richtte zich op zowel brokers, beleggingsadviseurs als vermogensbeheerders. De duidelijkheid en volledigheid van de openbare informatie over de kosten kan in veel gevallen sterk worden verbeterd. Beleggingsondernemingen geven vaak weinig uitleg over de kosten die bij de belegger in rekening worden gebracht. Zo worden de kosten die samenhangen met het beleggen in fondsen vaak niet vermeld. Dit terwijl er erg vaak in fondsen wordt belegd en deze kosten een groot deel van de totale kosten uitmaken. Zo is de berekende hoogte van de fondskosten in de gevallen waarin alleen in beleggingsfondsen wordt belegd vaak meer dan 75% van de totale kosten. Daarnaast bleek niet altijd helder voor welke beleggers de beleggingsdienstverlening wel en niet bedoeld is, waardoor beleggers zich in dienstverlening verdiepen die voor hen niet interessant is.

De hoogte van de kosten is onderling vaak moeilijk vergelijkbaar. Dit komt onder meer doordat de tariefstructuren onderling sterk verschillen en in een aantal gevallen een sterk gedifferentiëerde tariefstructuur er voor zorgt dat het berekenen van (een inschatting van) de hoogte van de kosten zeer moeilijk is. In een aantal gevallen bleef onduidelijk of de kosten voor de belegger in verhouding staan tot de door de beleggingsonderneming gemaakte kosten en geleverde inspanning.

De hoogte van de kosten loopt daarnaast sterk uiteen tussen verschillende typen dienstverlening. De kosten van execution only-dienstverlening zijn substantieel lager dan de kosten van beleggingsadvies en dienstverlening voor vermogensbeheer. Dit is een logisch gevolg van het type dienstverlening: bij beleggingsadvies krijgt de belegger advies over de te nemen beleggingsbeslissingen en bij vermogensbeheer neemt een vermogensbeheerder namens de belegger de beleggingsbeslissingen. Bij execution only-dienstverlening is dit beide niet het geval, dus kan de dienstverlening goedkoper aangeboden worden. Bij beleggingsadvies en vermogensbeheer zijn de kosten daarom weliswaar hoger, maar staat hier ook een uitgebreidere vorm van dienstverlening tegenover. In een aantal gevallen bleek een deel van de beoogde doelgroep hoge kosten te hebben ten opzichte van het verwacht rendement. Hierdoor bestaat de kans dat het rendement na aftrek van kosten niet opweegt tegen het risico.

Aanbevelingen

De bevindingen en de aanbevelingen die zijn voortgekomen uit dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport ‘Onderzoek kosten van beleggingsdienstverlening’. De aanbevelingen in het rapport zijn gericht aan beleggingsondernemingen en zijn deels juridische verplichtingen en deels adviezen van de AFM om beleggingsondernemingen te ondersteunen het klantbelang centraal te stellen.

De beleggingsondernemingen die in dit onderzoek zijn betrokken hebben al aanpassingen doorgevoerd en hebben toegezegd verdere aanpassingen door te zullen voeren. De AFM juicht deze stappen toe. De AFM verwacht van alle beleggingsondernemingen dat zij hun dienstverlening aan de hand van de aanbevelingen in het rapport beoordelen en indien wenselijk aanpassen. Zowel de informatieverstrekking aan beleggers die overwegen om te gaan beleggen als aan beleggers die dat al doen, kan in veel gevallen beter zo meldt AFM op haar website.