Raden van commissarissen financiële ondernemingen kunnen op onderdelen beter

De raden van commissarissen van de grootste vier banken en verzekeraars in Nederland zijn over het algemeen geschikt voor hun toezichthoudende taak, maar moeten op verschillende onderdelen wel verbeterd worden. Dit is nog belangrijker nu mede door de financiële crisis hogere eisen worden gesteld aan intern toezicht bij financiële ondernemingen. Van de 68 individuele commissarissen die zijn getoetst, bleken 61 aan de norm ‘geschiktheid’ te voldoen.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de geschiktheidstoetsingen die DNB en AFM in 2012 hebben uitgevoerd. De resultaten zijn aan de minister van Financiën toegestuurd die ze op 1 maart 2013 per brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Geschiktheid

Geschiktheid is een brede norm. Daarbij wordt gekeken naar de kennis, ervaring en het professioneel gedrag van een bestuurder of commissaris. De dagelijkse bestuurders van financiële ondernemingen werden al langer op hun geschiktheid (voorheen: deskundigheid) getoetst. Per 1 juli 2012 is deze eis ook voor commissarissen gaan gelden. Bij de invoering van nieuwe eisen voor commissarissen bij financiële ondernemingen is op verzoek van de Tweede Kamer een tussentijdse toets gedaan bij de vier grootste banken en de vier grootste verzekeraars . De commissarissen van de overige financiële ondernemingen worden getoetst bij eerste (her)benoeming.

Toetsingen

De toetsingen hebben plaatsgevonden op basis van grondig bureauonderzoek, aangevuld met gesprekken met meerdere referenten en individuele toetsingsgesprekken met de betreffende commissarissen. Tijdens de gesprekken zijn commissarissen getoetst op inhoudelijke kennis, competenties en de wijze waarop zij hun kennis en ervaring inzetten als commissaris bij de ondernemingen waar zij deze functie uitoefenen. Daarbij is ook het functioneren van de commissaris getoetst op basis van concrete (probleem)situaties die zich in het heden of verleden hebben voorgedaan.

De AFM en DNB zijn in alle gevallen tot een unaniem besluit gekomen. De toezichthouders hebben zich behalve over de individuele commissarissen ook een oordeel gevormd over de samenstelling en het functioneren van de raden van commissarissen. Dat heeft in meerdere gevallen geleid tot afspraken met de voorzitters van deze raden over versterking van de expertise op bepaalde onderdelen en verbetering van de werkwijze.

Daarnaast hebben de AFM en DNB een aantal algemene aanbevelingen gedaan over het functioneren van een raad van commissarissen van een financiële onderneming. Het gaat onder meer over de gewenste (basis)kennis van financiële producten, de kritische houding om actief informatie te verkrijgen uit de onderneming en indien nodig ook actie te ondernemen. Daarnaast is een aanbeveling een goede balans te vinden tussen de omvang van de raad van commissarissen en het tijdsbeslag dat het uitoefenen van het commissariaat vergt.