Big data vormen slechts voor de helft van de CFO’s een glazen bol

Big data mogen dan wel hoog op de agenda staan, uit de meest recente CFO Barometer blijkt dat er nog een erg grote kloof bestaat tussen de theorie en de praktijk. Deze bevraging bij de Belgische CFO’s toont aan dat de analyse van big data nog in zijn kinderschoenen staat.

Ingmarchristiaens
Ingmar Christiaens

De resultaten van de CFO Barometer tonen aan dat het performance management beleid van de Belgische ondernemingen voornamelijk gericht is op het faciliteren van opwaartse processen (42%) en het monitoren van KPI’s (33%). Bij acht op tien van de bedrijven is het finance die het performantiebeheer initieert. Opvallend is echter dat de CFO’s aangeven dat 40% van de operationele departementen, waaronder ook sales, het hele gebeuren steevast ontwijkt.

“Garbage in, garbage out”

De CFO Barometer peilt eveneens naar de werkelijke relevantie van de big data trend voor de Belgische CFO. Zeven op tien zien effectief toegevoegde waarde in big data, de overige bestempelen het eerder als een hype. Bij 41% van de respondenten wordt er ook daadwerkelijk geïnvesteerd in de concrete toepassing en integratie van big data. Dat dit nodig is, blijkt uit het feit dat er zich in meer dan de helft van de ondernemingen (53%) kwaliteitsproblemen voordoen bij de beschikbare data.

Bij zes op tien CFO’s (59%) hindert dit ook de besluitvorming. “Garbage in, garbage out” luidt het vaak, hoewel sommige respondenten ook aangeven dat gebrekkige datakwaliteit evengoed als een excuus wordt aangehaald om bepaalde heikele beslissingen niet te moeten nemen. Toch blijven vooral het gebrek aan een unieke waarheid en eenduidige definiëring van de masterdata de belangrijkste struikelblokken. Bij 72% van alle bedrijven staat de verbetering van de datakwaliteit in ieder geval hoog op de agenda voor de komende jaren.

Forecasting wordt nog steeds aanzien als een té tijdsintensief proces

Wat betreft de hantering van data in het forecastingproces van de Belgische ondernemingen, blijven de CFO’s eerder sceptisch. Slechts de helft (49%) gelooft dat de toekomst kan voorspeld worden aan de hand van de beschikbare data in hun onderneming. Bijna negen op tien van de respondenten doet wel aan forecasting, en dit in combinatie met een budget. Een kleine 8% vertrouwt enkel op predictie, zonder budget dus.

Globaal gezien wordt forecasting wel als nuttig ervaren, maar één op drie (29%) geeft aan dat het tot op vandaag een nog té tijdsintensief proces betreft. Tegelijkertijd doet nog steeds 72% van de bedrijven hun forecasting in Excel.

Ingmar Christiaens, vennoot bij EY, schrijft de afwezigheid van bepaalde, efficiëntere tools toe aan de samenwerking tussen finance en IT die vaak nog niet op punt staat: “De mens – en dus ook de CFO – is een gewoontedier is. Het is typisch bij veel vormen van change management: men start goed, maar het verwatert snel. En daardoor zie je in de praktijk dat veel finance afdelingen in de wereld van Excel sheets blijven hangen en erg huiverachtig staan tegenover nieuw ontwikkelde tools. Er ontstaat een nood tussen IT en finance aan bereidwilligheid om elkaars taal te begrijpen. Het gaat vaak over complexe high end details. Gebruik de juiste termen en zorg ervoor dat iedereen er de juiste betekenis van kent. Het is een kwestie van dezelfde taal te spreken.”