Gelijkgewogen beleggen was beter in België en Nederland

De laatste maanden lijken de discussies over de kapitaalsgewogen indices behoorlijk geluwd te zijn. De kern van de kritiek op de kapitaalsgewogen indices ligt doorgaans op de zeer onevenredige wegingen van de aandelen. Zo wegen in de Bel20 GDF Suez en AB Inbev respectievelijk ruim 13 en 12 procent en de rest ligt hier zwaar onder.

Kapitaalsgewogen indices leunen op klein groepje aandelen

In Nederland zijn de verhoudingen nog onevenrediger, hier maken Shell, ING Groep en Unilever voor ruim 40 procent deel uit van de AEX-index. De rest van de aandelen in de AEX-index weegt fors lichter. Dit fenomeen van het (veel) zwaarder laten wegen van bepaalde activa zien we echter wereldwijd. Mocht u namelijk denken dat u met een tracker op de ‘breed samengestelde’ Amerikaanse S&P 500 index uw risico’s goed gespreid heeft dan heeft u het behoorlijk mis. Ook in deze kapitaalsgewogen index is er een klein aantal (circa 20) aandelen dat vrij zwaar weegt en zo het overgrote restant van aandelen juist zwaar domineert. Zo wegen Exxon Mobil, Apple en Microsoft veruit het zwaarste van de 500 aandelen.

Hoog kopen laag verkopen

De aandelen met de hogere marktkapitalisaties wegen dus veel zwaarder dan de aandelen met lagere marktkapitalisaties. De marktkapitalisatie wordt bepaald door de koers van het aandeel te vermenigvuldigen met het aantal uitstaande aandelen. Dit komt er op neer dat, bij een gelijkblijvend aantal uitstaande aandelen, dat aandelen die gestegen zijn zwaarder in de indices wegen. Dit omdat hun marktkapitalisaties immers hoger zijn. Het omgekeerde geldt dus ook voor wanneer beurskoersen dalen. Bij een lagere beurskoers zal het aandeel dan ook lager gaan wegen in de index.
Robertarnott
Robert Arnott, Research Affiliates
Dus wanneer u een kapitaalsgewogen index koopt, dan overweegt u juist de aandelen die al gestegen zijn en de aandelen die gedaald zijn worden juist onderwogen. In onze ogen is dit een vorm van hoog kopen en laag verkopen. Zie voor een verder uitleg hiervoor o.a. het werk van Robert Arnott van Research Affiliates.

Maar goed, wat heeft u nu echt aan mijn kritiek hier op? Stel dat de kapitaalsgewogen indices het eenvoudigweg beter doen dan de gelijk gewogen indices, dan is de discussie immers snel klaar.

Beleggen voor de lange termijn, daarom liquiditeit minder relevant

Eén van de belangrijkste voordelen van een kapitaalsgewogen index is de zeer hoge liquiditeit ervan. Mede daarom zijn ook de bied- en laatspreads zeer beperkt en kunt u dus relatief eenvoudig in- en uitstappen.

Maar in onze ogen moet u ook weer niet zo zwaar aan dit voordeel tillen. Want wie belegt moet dit voor de langere termijn doen. De liquiditeit van aandelen is voor de lange termijn belegger een stuk minder relevant. Op de korte termijn (lees zeker tot een jaar) zijn beurskoersen absoluut niet te voorspellen. Het hebben van liquiditeit op korte termijn is in onze dan ook een niet zo heel zwaarwegend voordeel.

Hoofdindices versus gelijk gewogen markten

Wij hebben daarom een kort onderzoek opgesteld dat kijkt naar de rendementsverschillen van beide methodieken. We focussen ons hier op sec de rendementen van Bel20 en de AEX-index, gemeten vanaf 1990. We kiezen voor deze indices omdat dit de hoofdindices doorgaans in de media als representatief worden beschouwd voor het beursklimaat. Wanneer mensen zoeken naar de rendementen van bijvoorbeeld de Belgische aandelen in het algemeen kan wordt er al snel klakkeloos naar de Bel20 gekeken. En in Nederland geldt hetzelfde, daar prijkt dagelijks de AEX-index als zijnde de belangrijkste graadmeter op de borden. In onze ogen is dit onterecht en zouden beleggers (en ook de media) een veel bredere kijk moeten hebben.

Robert Arnott over de nadelen van kapitaalsgewogen indices

Bel20 en AEX-index versus markten gelijk gewogen 1991-2015 Totaal rendement 100 euro geïnvesteerd in 1991

Aexbeleggen

Gemiddelde rendementen1991-2015 Bel20, AEX versus BE en NL markten gelijk gewogen exclusief dividenden

Bel20euronext

Portefeuilles met alle aandelen gelijk gewogen renderen beter dan hoofdindices

Te zien is dat de rendementen voor zowel de hoofdindices als de gelijk gewogen markten zeer positief zijn. Om het onderzoek eenvoudig te houden hebben we de uitgekeerde dividenden buiten beschouwing gelaten. Grosso modo zou hier nog zo’n 2,5 procent aan toe kunnen voegen. Het beleggen in Belgische en Nederlandse aandelen is over de periode 1991 tot en met midden januari 2015 dus zeer lucratief gebleken.

We zien echter dat wanneer we een mandje van alle Belgische aandelen zouden hebben ieder jaar we gemiddeld ruim 1,7 procent meer rendement dan de Bel20 per jaar zouden hebben verdiend. Uiteraard zitten er bij het aanhouden van een dergelijke marktportefeuille van alle Belgische aandelen meer transactiekosten maar u spreidt uw risico wel over een heel stuk meer aandelen. De extra transactiekosten hebben we voor dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. De kosten van tracker, dat een vast percentage van uw inleg is, kan al snel meer zijn dan alle transactiekosten.

Zeker invloed van smallcaps

Ook voor de Nederlandse markt zien we een hoger rendement voor de totale gelijk gewogen markt dan voor de AEX-index. Uiteraard schrijven we dit natuurlijk ook toe aan de doorgaans hogere rendementen van de smallcaps. Smallcaps hebben uiteraard ook fors hogere risico’s maar door uw belegging heel stevig te spreiden over alle aandelen wordt het risico stevig gedempt.

De grafiek laat de opbrengsten zien wanneer u begin 1991 100 euro had geïnvesteerd in elk van de vier portefeuilles. Het jaarlijkse rendementsverschil van circa 2 procent laat zich op de langere termijn stevig gelden. De bovenste 2 lijnen zijn de opbrengsten van de beide marktgewogen portefeuilles van alle aandelen per land. De 100 euro die u in 1991 had kunnen investeren was bij de gelijk gewogen portefeuilles ruim 550 euro waard terwijl de trackers op de Bel20 en de AEX respectievelijk 316 en 356 euro hadden opgeleverd.

We willen geen pure lofzang houden voor het gelijk wegen van alle aandelen maar we willen via dit kleine onderzoek wel duiden op de enorme noodzaak van het zeer breed spreiden dat u heel eenvoudig zelf kunt doen.

Bijdrage geschreven door Ronald Kok van Analist.be. Dit artikel verscheen eerder in februari 2015 in het magazine 'Beter Beleggen' van de VFB.