Financière de l’Echiquier tipt small en midcaps

De onderstaande bijdrage is geschreven door Financière de l’Echiquier

De prestaties en het gedrag van de verschillende aandelencategorieën opvolgen kan alleen door ze te toetsen aan de aandelenindexen. De samenstelling van deze indexen wordt over het algemeen maandelijks herzien op basis van criteria zoals grootte (marktkapitalisatie) en liquiditeit (handelsvolume). In het tweede deel van ons onderzoek vergelijken we de prestaties van de aandelen van drie categorieën van beursgenoteerde bedrijven opgedeeld volgens marktkapitalisatiesegment.

Twee opmerkingen vooraf:

  • Voor de small caps is ons onderzoek uitsluitend gebaseerd op nationale indexen (Frankrijk en het VK), omdat de pan-Europese indexen pas in 2010 werden opgericht.
  • In dit overzicht houden de indexen geen rekening met dividenden, aangezien deze berekeningsmethode pas in 2009 beschikbaar werd. Deze factor is ongunstig voor large caps, die traditioneel hogere dividenden uitbetalen.

    Europeanstocks

    Deze grafiek vergelijkt de prestaties (basis 1000 per 31.12.2004) van de STOXX-indexen op tien jaar: de Large 200-index (mediaan kapitalisatie van € 24,2 miljard), de Mid 200-index (mediaan kapitalisatie van € 6,2 miljard) en de Small 200-index (mediaan kapitalisatie van € 3 miljard).

    10-jaarsrendementen

    Aandelenrendementen

    De prestatiekloof tussen large en mid & small caps bedraagt 120%/130% op tien jaar, maar met hogere risicofactoren. De volatiliteit ligt 15 tot 30% hoger voor mid en small cap-segmenten met een maximum draw-down in die periode die 6 tot 10% hoger ligt.

    Op jaarbasis en risicogewogen bedraagt de prestatiekloof tussen large en mid cap-segmenten dan ook 90% op tien jaar tijd (83% voor small caps).

    Focus op drie belangrijke markten: het VK, Duitsland en Frankrijk

    Het VK, Duitsland en Frankrijk vertegenwoordigen 53% van de totale Europese markt van beursgenoteerde bedrijven voor alle marktkapitalisatiecategorieën samen. Voor deze vergelijking baseerden we ons op de volgende lokale aandelenindexen. Voor de mid caps: MID60 in Frankrijk, MDAX in Duitsland en MCIX in het VK (basis 1000 per 31.12.2004), met een vergelijkbare mediaan kapitalisatie van circa € 3 miljard. Voor de small caps: CAC Small (mediaan kapitalisatie van € 117 miljoen) in Frankrijk en de FTSE Small Cap voor het VK (mediaan kapitalisatie van € 300 miljoen).

    Europeseaandelen

    De small caps (F en VK) vertonen op jaarbasis en risicogewogen een prestatiekloof van 13% voor de Franse benchmark en 44% voor de VK-benchmark in vergelijking met de benchmark Large Europe. Over dezelfde periode bedraagt de prestatiekloof op jaarbasis en risicogewogen tussen de Duitse mid caps en de benchmark Large Europe 222% (371% brutogegevens op jaarbasis), 185% voor de Britse mid caps en 151% voor de Franse mid caps.

    Vertonen mid caps in de Verenigde Staten hetzelfde outperformanceprofiel of is dit typisch Europees?

    De volgende grafiek toont drie VS-indexen met mediaan kapitalisatieprofielen die vergelijkbaar zijn met onze Europese selectie: S&P 500 (mediaan kapitalisatie van € 22,6 miljard), S&P Mid (mediaan kapitalisatie van € 3 miljard) en ten slotte Russell 2000 (mediaan kapitalisatie van € 600 miljoen).

    Russellindices

    De brutoprestaties liggen hoger en de prestatieverschillen tussen large en mid/small caps zijn kleiner (gewicht van de technologieaandelen in de Amerikaanse large cap index / groeiverschil in de VS), maar ook de risicofactoren en vooral de hiërarchie (mid / small / large) zijn gelijklopend. Deze resultaten bevestigen dus de structurele outperformance van mid caps.

    Waarom presteren mid caps dan beter dan de andere segmenten?

    Een analyse van de Franse en Duitse mid caps leert ons meer. Van de 109 bedrijven waaruit de twee indexen vandaag bestaan, behoorden 77 al eind 2004 tot een van beide indexen. Daarvan hadden er 33 een marktkapitalisatie van minder dan € 1 miljard tien jaar geleden. Tussen 31.12.2004 en 31.12.2014 zagen die 33 aandelen hun marktkapitalisatie samen met 308% groeien en hadden ze een mediaan performance van 250%, waarbij de hoogste prestatie uitkwam op +2610% en de laagste op +38%. De andere 44 aandelen met een marktkapitalisatie van meer dan € 1 miljard per 31.12.2004 genereerden samen een prestatie van 80% (+818 %/-90 % voor de uiterste waarden). De betere prestaties van de mid cap-indexen in vergelijking met andere segmenten lijken een weerspiegeling van het elan dat de succesverhalen van de small cap-segmenten hebben gelanceerd.

    Een structurele reden die deze prestatiekloof volgens ons kan verklaren, is het positieve elan dat we in het eerste deel van onze analyse onderstreepten in verband met de structuur van de Europese aandelenmarkten. Small caps vormen de basis van de marktpiramide en vertegenwoordigen 75% van alle beursgenoteerde bedrijven. Van nature zijn ze sterk uiteenlopend van aard. Naarmate ze groeien, bieden deze nieuwe succesverhalen van small caps ondersteuning aan het mid cap-universum en geven ze de groei daarvan op die manier een boost.

    Samenvatting

    In dit tweede deel van ons onderzoek probeerden we een licht te werpen op hoe small en mid caps bijdragen tot rendementen op spaargeld.

    Een analyse van aandelenprestaties van verschillende Europese indexen tussen 2004 en 2014 bevestigt de belangrijke rol van small caps als motor van de prestaties op de aandelenmarkten. Met dat gegeven in het achterhoofd verdienen twee belangrijke punten onze aandacht:

    1) Het small cap-segment vertoont een risico-rendementsprofiel dat lichtjes hoger ligt dan dat van large caps. Beleggen in een gespecialiseerd small cap-fonds houdt voor particuliere of institutionele beleggers dus meer risico’s in dan investeren in een large cap-fonds. Daarom dekt het rendement dit bijkomende risico.

    2) De succesverhalen van het small cap-segment komen uiteindelijk de mid cap-indexen ten goede. Dit draagt op zijn beurt dan weer bij tot een aanzienlijk extra (risicogewogen) rendement voor beleggers die een deel van hun spaargeld in het mid cap-segment stoppen.

    Het eerste deel van ons onderzoek over de structuur van aandelenmarkten belichtte de onderlinge samenhang tussen de segmenten van de small, mid en large caps. De conclusie van deel 1 van dit onderzoek is dat large caps (minder dan 10% van de beursgenoteerde bedrijven) het volledige bedrijfsmodel van de aandelenmarkt financieren, terwijl de small en mid cap-segmenten gestalte geven aan de nieuwe generatie van large caps die in de toekomst op hun beurt voor die financiering zullen zorgen. We hebben dan ook de nadruk gelegd op het grote belang van mid en small caps in het bedrijfsmodel van de financiële markten, wetende dat een sterke financiële markt van strategisch belang is voor Europa.

    Uit het tweede deel van dit onderzoek blijkt dat deze small en mid cap-segmenten een (risicogewogen) rendement op spaargeld bieden dat gelijk is aan of hoger is dan dat van large caps. Daarom moeten beleidsmakers in Europa stimuli creëren om meer spaargeld in deze segmenten te beleggen, om zo ondernemers aan te trekken en het positieve elan voor alle stakeholders in stand te houden.