Geen valutaoorlog aldus NN IP

Geruchten over een valutaoorlog, twijfels over de geloofwaardigheid van Chinese beleidsmakers en zorgen over de Chinese economische vertraging en de effecten daarvan hebben beleggers meer risicoavers gemaakt. Het gaat echter te ver om de kunstmatige devaluatie van de Chinese centrale bank dramatisch te noemen, want de yuan is sindsdien met slechts circa 4% gedaald. Het besluit van Zwitserland in januari van dit jaar om de plafondkoers van de frank ten opzichte van de euro los te laten, leidde bijvoorbeeld tot een koersstijging van meer dan 19%. Toch reageerden de markten hevig.

Yuan overgewaardeerd

Valentijnvannieuwenhuijzen
Valentijn van Nieuwenhuijzen

Er is veel gesproken over de mogelijke reden van de Chinese valutastap. Een veelgehoorde theorie is dat deze was bedoeld om de groei en de exportsector te stimuleren. Een nominale daling van de yuan van 4% heeft in termen van reële effectieve wisselkoers echter weinig effect. Volgens de Bank voor Internationale Betalingen is de yuan ongeveer 32% overgewaardeerd ten opzichte van haar handelspartners en de duurste munt onder de 60 landen (als Venezuela niet wordt meegerekend). Ter vergelijking, India en Indonesië zijn ongeveer 10% ondergewaardeerd. De zeer bescheiden devaluatie van de yuan kon het concurrentievermogen van de exportsector nauwelijks verbeteren. Bovendien heeft de centrale bank ingegrepen om te voorkomen dat de yuan overdreven zou depreciëren; een duidelijk signaal dat een valutaoorlog niet de bedoeling is.

Sinds de valutastap is de spotkoers van de yuan vrij stabiel gebleven, rond 6,40 versus de Amerikaanse dollar. De Chinese autoriteiten hebben een duidelijk belang bij een gematigd tempo van depreciatie. Chinese bedrijven hebben een aanzienlijke schuld in harde valuta, dus een snelle depreciatie zou fataal zijn voor de bedrijfsbalansen. Als de devaluatie in een gematigd tempo plaatsvindt, zal dit het bedrijfsleven meer tijd te geven om zich aan te passen.

Wisselkoers om te sturen

Volgens ons is het uiteindelijke doel van het besluit van China om de yuan te devalueren een ontkoppeling van de Amerikaanse en Chinese monetaire omstandigheden. De wisselkoers is altijd al een favoriet instrument van China geweest om beleidsdoelen te bereiken. Vóór 2008 was het doel om de stijging van de yuan te beperken, wat leidde tot een substantiële opbouw van valutareserves. In zekere zin heeft de Amerikaanse economie een aanzienlijk deel geabsorbeerd van de daarmee gepaard gaande Chinese spaaroverschotten, wat heeft bijgedragen aan de Amerikaanse huizenzeepbel. Na 2008 kreeg China zelf te maken met een enorme krediet- en beleggingszeepbel. Zolang de economie sterk verbeterde, waren een sterke groei en een stijgende munt verenigbare beleidsdoelstellingen, omdat deze laatste het risico van oververhitting verkleinde. Uiteindelijk werd de hausse onhoudbaar en sinds ongeveer twee jaar zijn de Chinese beleidsmakers zich ervan bewust dat de overmatige kredietgedreven beleggingsgroei moet vertragen.

In de afgelopen twee jaar kwam er naast een sterke groei en een sterke munt dan ook een derde doelstelling bij, die we kunnen vangen onder de noemer 'beheerde schuldenafbouw/liberalisering van de financiële sector'. Bovendien zijn de fundamentals van de economie veranderd, waardoor deze doelen uiteindelijk onverenigbaar worden. Het behoud van redelijke groeicijfers bij schuldenafbouw vereist in de regel immers een zwakkere wisselkoers en dus soepelere binnenlandse liquiditeitseisen. In aanloop naar het begin van de verkrappingscyclus van de Fed is het monetaire klimaat in de VS bovendien sterk verkrapt, vooral door een sterkere dollar. Daardoor is ook de yuan sterk in waarde gestegen. Sinds mei vorig jaar is er in China voortdurend sprake van kapitaaluitstroom. Daardoor moest de centrale bank in actie komen om een stabiele wisselkoers tussen de dollar en de yuan te behouden. Hoewel er nog een sterke oorlogskas is - in de vorm van valutareserves - om de munt te stabiliseren, zijn de mogelijkheden niet oneindig.

Onzekerheden

Op de middellange tot langere termijn is de Chinese valutastap een positieve ontwikkeling, want deze vermindert de inconsistenties in de eerder genoemde doelstellingen. De gevolgen voor de korte termijn zijn echter onzekerder. Het belangrijkste risico voor de korte termijn schuilt duidelijk in opkomende markten en misschien niet eens zozeer in China, omdat het land drie verdedigingslinies heeft waardoor China het proces in elk geval op de korte termijn kan beheren: een overschot op de lopende rekening, een oorlogskas gevuld met reserves en kapitaalcontroles. Voor de overige opkomende markten is de cruciale vraag in welke mate de besmetting op valutavlak zal aanhouden. Als valuta's blijven dalen, kunnen de conjuncturele vooruitzichten in deze landen verslechteren, want beleidsmakers zullen uiteindelijk moeten verkrappen om de situatie te stabiliseren.

In ontwikkelde markten vergroot het deflatoire effect van de valutadalingen in China en opkomende markten - en de dalende grondstoffenprijzen - de kans op een vertraging van de monetaire verkrapping van de Fed. Volgens de FedWatch van CME Group Inc. is de kans op een renteverhoging in september gedaald tot 21% en de kans op een verhoging in december toegenomen tot 48%. Als de wereldwijde risicobereidheid in de komende weken weer opveert, gaan we ervan uit dat de Fed de rente in de periode september-december zal gaan verhogen. Alleen zeer grote bewegingen in de olieprijs, de dollar of de wereldwijde risicobereidheid kunnen de Fed daarvan weerhouden.