BNY Mellon IM: Hooggespannen verwachtingen - wat als G4 tegelijk opbloeien?

VS, Japan, China en India zijn samen goed voor meer dan 3 miljard mensen en produceren 45% van het BBP van de wereldeconomie. Toch worden deze vier - de G4 - niet zo vaak als groep bekeken en vergeleken. Simon Cox, strateeg bij BNY Mellon IM, heeft onderzocht wat de impact kan zijn als de vier grootste economieën ter wereld (op basis van koopkrachtpariteit) tegelijkertijd opbloeien.

De G4-landen bevinden zich in een fase van herstel of hervorming. In het meest optimistische scenario beleeft het kwartet de komende jaren tegelijkertijd een groeiversnelling. In een eerder paper concludeerden de specialisten van BNY Mellon IM dat er bij alle vier ruimte voor herstel en bloei is als de vraag aantrekt.

In een nieuwe denkoefening kijkt BNY Mellon IM waar de groei vandaan moet komen en hoe de productiecapaciteit zich de komende jaren kan ontwikkelen. Daarbij wordt met name gekeken naar de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de kapitaalaccumulatie en de productiviteitsgroei.

Arbeid

De groei van het aantal arbeidskrachten is sterk afhankelijk van de demografische ontwikkelingen en de arbeidsparticipatie. In China staat het werkzame deel van de bevolking op het punt af te nemen. In Japan krimpt het werkzame deel van de bevolking, maar neemt het aantal werkzame mensen toe door toegenomen werkgelegenheid en arbeidsparticipatie. In de VS staat de arbeidsparticipatie op zijn laagste punt sinds 1977. Zodra cyclisch economisch herstel doorzet en de werkloosheid daalt, kan de werkgelegenheid jaarlijks met 1% toenemen.

Kapitaal

In Japan, de VS en India is er weinig geïnvesteerd in nieuwe kapitaalgoederen; dat komt door de economische zwakte van de afgelopen jaren. BNY Mellon IM acht een zichzelf versterkend effect mogelijk, waarbij groeiend vertrouwen en een aantrekkend herstel leiden tot economische groei en daarmee ook investeringen in kapitaalgoederen. China heeft in bepaalde sectoren weliswaar een overcapaciteit.maar niet overal. Alles bij elkaar genomen blijven in China de kapitaalbestedingen achter per hoofd van de bevolking en zijn er veel grote infrastructurele investeringen nodig.

Productiviteit

Volgens optimisten bevinden wij ons te midden van de derde industriële revolutie, die dit keer alles te maken heeft met netwerken en computers. Deze ’technotopians’ dromen van zelfrijdende auto’s en kunstmatige intelligentie. Maar deze uitvindingen missen nog hun uitwerking op de productiviteitsgroei. Er zit vaker een gat tussen technologische en economische vooruitgang.

Het vergt tijd voordat technologische ontdekkingen geïmplementeerd zijn en de productiviteit verhogen. Om het G4-scenario realistisch te maken, moeten zowel de Amerikaanse als de Japanse productiviteit met 2% op jaarbasis groeien.

De groei volgens het G4-scenario wordt met name gedreven door een cyclische opleving als de vraag aantrekt in de komende jaren. Later in het decennium gaat het vanzelf wringen aan de aanbodzijde en op dat moment hangt verdere groei sterk af van productiviteitsverbeteringen.