BNY Newton noemt China en India aantrekkelijk

De prestaties van China en India lopen dit jaar op verschillende punten behoorlijk uiteen en soms zelfs op dramatische wijze, maar dat wil niet zeggen dat er geen aantrekkelijke kansen te vinden zijn, stelt Rob Marshall-Lee, fondsbeheerder bij Newton, een boutique van BNY Mellon IM.

Marshallleebnymellon
Rob Marshall-Lee

Beide landen staan op een belangrijk kruispunt. Maar in een wereld waar groei steeds moeilijker te vinden is, hebben de opkomende markten een hoop te bieden. De kansen moeten echter zorgvuldig worden geselecteerd. Het team van Newton is overwogen in India, omdat zij ervan overtuigd zijn dat de fundamentals gezond zijn en het land een van de best-renderende markten kan worden in de komende vijf jaar.

In China zijn de uitdagingen groter, maar nog altijd zijn daar fantastische kansen te vinden. Diverse beleggers zullen hun vingers hebben gebrand aan de rally en de daaropvolgende correctie. Maar dat betekent nog niet dat alle sectoren van de aandelenmarkt onaantrekkelijk zijn. Ook in China en Hongkong is het fonds overwogen. India staat voor een groei van 30% van zijn arbeidspotentieel, terwijl in China dit de komende twee decennia met 10% zal dalen. Dat maakt healthcare tot een groeisector in dat laatste land, terwijl in India de traditionele groeisectoren er goed voorstaan.

De e-commerce in China is verder ontwikkeld dan in India, waar de infrastructuur voor de telecommunicatie een inhaalslag moet maken. Momenteel heeft slechts 27% van de bevolking toegang tot internet.

Beleggers hebben moeite met de opkomende markten, stelt Marshall-Lee, omdat het een nogal divers gezelschap is, met tamelijk uitdagende omstandigheden. Qua waardering bevindt de Indiase markt zich op een dieptepunt en in China beginnen zich dankzij de correctie aantrekkelijke instapkansen af te tekenen. Duidelijk is wel dat het geen makkelijke weg zal zijn, daarom is zorgvuldige selectie noodzakelijk.