Beleggen is voor velen nog steeds een raadsel, terwijl het helemaal niet zo moeilijk is. Zeker niet met één fonds dat belegt in zowel aandelen als obligaties en de belegger al het (uitzoek)werk uit handen neemt.
Nobelprijswinnaar voor de economie in 1990, Harry M. Markowitz, zei het volgende: Stop niet al uw eieren in één mand. Zijn advies gaat nog steeds op als de belangrijkste basisregel voor succesvol beleggen. Markowitz doelt met zijn uitspraak op het feit dat het beter is om meerdere aandelen te hebben dan maar een paar. Wie alles inzet op bijvoorbeeld een klein aantal aandelen of één beurs, heeft kans op verlies: mochten één of een paar aandelen crashen, dan trekt dit de gehele portefeuille naar beneden. Een brede spreiding over aandelen en markten beschermt tegen dat risico: omdat beleggingsklassen zelden tegelijkertijd stijgen of dalen, kan de winst op de ene markt het verlies op een andere compenseren of ten minste beperken.
ETF-pionier John Bogle zei het zo: Zoek niet naar de naald maar koop de hooiberg. De vraag is natuurlijk hoe je dat doet – het aanbod is immers immens en lang niet iedereen heeft het benodigde geld of de kennis om zelf in een brede portefeuille te beleggen. Gelukkig hoef je het beleggerswiel niet zelf uit te vinden, want dat is al gedaan in de vorm van zogenoemde multi-asset fondsen. Dit zijn fondsen die beleggen in aandelen uit verschillende regio's en sectoren, en in obligaties van diverse landen of ondernemingen
Een multi-asset fonds bestaat uit aandelen en obligaties om het nodige evenwicht aan te brengen. Aandelen leveren doorgaans een hoger rendement op, maar brengen ook een hoger risico met zich mee vanwege hun grotere koersschommelingen. Obligaties hebben daar veel minder last. Breed gespreide multi-asset fondsen bevatten enkele duizenden individuele aandelen en obligaties.
Het aanbod multi-asset fondsen is groot, dus hoe kies je het juiste? Dat hangt deels af van je winstsverwachtingen en welk risico je wilt nemen. Het hangt ook af van de strategie die je wilt hanteren. Er zijn er twee: de strategie waarbij je kiest voor een fonds met een vaste ‘weging’ voor de afzonderlijke beleggingsklassen, bijvoorbeeld een verhouding van 60 procent aandelen en 40 procent obligaties. Bij de andere strategie bepaalt de fondsmanager die weging. De fondsbeheerder kan, afhankelijk van zijn marktopvatting, de weging aanpassen.
Beide strategieën hebben voor- en nadelen. Het kan bijvoorbeeld handig zijn om tijdens een beurscrash de hoeveelheid aandelen in het fonds gedurende korte tijd te verlagen. Het verleden leert echter dat fondsbeheerders er zelden in slagen om op lange termijn beter te presteren dan de markt, want het is een enorme uitdaging om in elke marktfase gelijk te hebben. Daarbij verdient de fondsmanager vaak flinke vergoedingen om de markt bij te houden. Met andere woorden: de kosten liggen bij deze strategie hoger. En hoe hoger de kosten om te beleggen, hoe minder rendement er uiteindelijk overblijft.
Multi-asset fondsen met vaste wegingen zijn daarom vaak geschikter voor particuliere beleggers, waarbij een multi-asset ETF de meest eenvoudige oplossing is. Een groot voordeel zijn uiteraard de lage kosten. Die lage kosten hebben op lange termijn een positief effect op de kansen op rendement. Bovendien zijn multi-asset ETF's beschikbaar in verschillende, vaste wegingen van de meer en minder volatiele beleggingsklassen, en dus ook met verschillende risico- en rendementsverwachtingen. Dankzij de vaste weging komt het risicoprofiel altijd overeen met de behoeften van de belegger. Als belegger hoef je slechts één variant te kiezen, waarvan de weging overeenkomt met je winst- en risicoverwachtingen – de ETF doet al het werk.
Wim van Zwol is hoofd Benelux en Nordics bij Vanguard