4 tips voor het bedenken van een goede merknaam

Reclame kost geld, terwijl een goed merk zichzelf hoort te verkopen. Dat geldt ook gewoon voor de merknaam. Een goede merknaam moet blijven hangen en moet de verkoop stimuleren. Toch moet je bij het bedenken van een goede merknaam ook met een aantal andere zaken rekening houden. Zo mag je bijvoorbeeld niet zomaar de naam van een concurrent kopiëren of kies je beter niet voor een beschrijvende merknaam. Klaar voor een ultieme brainstormnamiddag? Lees dan vooraf zeker even onderstaande vier tips voor het bedenken van een goede merknaam. Ze zijn immers niet onbelangrijk.

Merknamen

# 1. Eenvoud siert, ook bij merknamen

Natuurlijk moet een merknaam opvallen tussen de honderden merken waar consumenten dagdagelijks mee in aanraking komen. Toch blijkt eenvoud minstens even belangrijk te zijn. Een goed merk moet immers altijd een belletje doen rinkelen. Logischerwijs moet het dan ook eenvoudig uit te spreken zijn door jouw doelgroep en moeten zij het eenvoudig kunnen memoriseren. Zowel taal, leefmilieu, opleidingsgraad als cultuur zullen hierin een rol spelen.

Houd echter ook rekening met de groeimarge en een potentieel internationaal doelpubliek. Koudblauw zou het in Engeland bijvoorbeeld niet goed doen en net dezelfde problemen veroorzaken als waar ene Kevin De Bruyne dagdagelijks mee te maken krijgt. Niet dat ze er iets tegen kleuren hebben, maar bepaalde Nederlands klanken liggen hen nu eenmaal niet.

# 2. Een beeld oproepen zonder te beschrijven

Natuurlijk mag jouw bedrijfsnaam iets zeggen over jouw merk. Het mag suggestief zijn of een beeld oproepen. Dat is zelfs een aanrader! Toch mag een bedrijfsnaam niet beschrijven wat je doet. De naam «loodgieter Hans BV», daar wordt toch niemand warm van? Of wat dacht van je de namen Apple voor een fruitverkoper en Popcorn time voor een popcornbedrijf? Helemaal niks! Geef die eerste naam daarentegen aan een smartphonegigant en die tweede naam aan een online streamingdienst en je krijgt een originele en hippe naam dat bovendien ook een beeld vormt bij de consument.

Bijkomstig aandachtspunt: indien een merknaam te beschrijvend is, wordt het heel moeilijk om het te registreren of zullen anderen het eenvoudig aan kunnen vechten. Zo vinden we in het merkenregister bijvoorbeeld wel het woordmerk «onze hond» voor een Nederlands bedrijf in drukwerk, maar zou zo’n merk registreren voor een fokkerij een stuk moeilijker zijn.

Dat het voor beschrijvende namen moeilijk is om bescherming te genieten, ontdekte recent nog het bedrijf ProfSign. Zij konden hun naam immers alleen registreren in combinatie met een logo. Nochtans plaatsten we dit alles eerder al in het lijstje van grootste missers bij het vastleggen van een merknaam

# 3. Houd rekening met de toekomst

Bij de eerste tip haalden we het al aan: een naam moet rekening houden met de nodige groeimarge. Al bij de keuze van de naam houden we er rekening mee dat de merknaam mogelijks buiten de landsgrenzen groeien zal. Waarom zou het bedrijf er dan ook binnen vijf, tien of zelfs honderd jaar niet meer kunnen zijn? Namen die vandaag hip zijn, zijn dat morgen misschien niet meer. Een goede naam weet dan ook moeiteloos de tand des tijds te doorstaan.

Hoewel Apple er nooit in slaagde om het acroniem «i» integraal te claimen, kies je dus maar beter niet voor een merknaam als iFood of iGroenten. Binnen honderd jaar snapt niemand die grap nog. Bovendien is het ook niet origineel.

# 4. Zet in op originaliteit

Dat laatste aandachtspunt is tot slot geen onbelangrijke. Een merknaam mag niet lijken op die van anderen. Niet alleen omdat je anders gedonder krijgen kan met het oudere merk, ook gewoon omdat je dan toch maar moet opbotsen tegen een reeds bestaande merkbekendheid. Als kleine speler kan je zo’n gevecht nooit winnen. Bovendien heb je de perceptie zo helemaal tegen. Als nieuwe speler wil je je immers profileren als innovator die zijn bestaansrecht echt wel weet te verdienen, toch? Door voort te bouwen op reeds bestaande merknamen straal je net de omgekeerde boodschap uit en ook dat kan niet de bedoeling zijn.

Uiteraard bestaan er ook uitzonderingen op dit principe. Dat bewijst ook het eerder aangehaalde merk Coolblue. Die naam is immers ontstaan uit een aversie ten opzichte van een groot bedrijf dat alles deed op de manier waarop zij er een hekel aan hadden. Om aan te tonen dat zij het totaal anders zouden doen dan het toenmalig bedrijf Hot-Orange , riepen zij het merk Coolblue in het leven. Hoewel het verwees naar zijn concurrent was het toch origineel, duurzaam, niet beschrijvend en ook nog eens eenvoudig! Zoals het hoort.