Beleggingsprofessionals in de EU overwegen in toenemende mate ESG-factoren maar zijn tegen verplichtstelling vanuit de EU

CFA Institute, de wereldwijde vereniging van beleggingsprofessionals, publiceert vandaag een nieuw rapport, The Evolving Future of Fiduciary Duty in an ESG World, dat is gebaseerd op een onderzoek onder leden van het CFA Institute in de Europese Unie (EU).

De enquête meet in hoeverre beleggingsprofessionals in de EU menen dat ESG-factoren moeten worden geïntegreerd in het besluitvormingsproces. De enquête geeft inzicht in hoe beleggingsprofessionals in de EU dergelijke ESG-overwegingen in het algemeen beschouwen en of ESG-factoren moeten worden opgelegd door de regelgevende instantie.

Svi Rosov, CFA, Director van Capital Markets Policy bij het CFA Institute en auteur van het rapport, zegt: "Ons onderzoek benadrukt dat een meerderheid van de beleggingsprofessionals in de Europese Unie al ESG-factoren meeneemt in het analyseproces van investeringen, om ervoor te zorgen dat alle materiële effecten op de potentiële investering worden overwogen.

Onder de leden van het CFA-instituut in de EU is de aandacht voor ESG-factoren bij de analyse van investeringen met name van belang geweest met betrekking tot de governance aspecten van ESG, en nu overwegen managers routinematig ook de milieu- en sociale risico's van de producten en het gedrag van een bedrijf als onderdeel van een grondige fundamentele analyse.

"ESG-factoren maken deel uit van de standaardmix wanneer analisten hun portfoliobeleggingen beoordelen, maar er is grote zorg over de verplichtstelling door de regelgever van ESG- of andere factoren voor de beroepsgroep ", voegt Rosov eraan toe.

Belangrijkste bevindingen

  • De meeste respondenten (85 procent) vinden het passend voor institutionele beleggers om ESG-factoren in aanmerking te nemen bij het nemen van investeringsbeslissingen.
  • Echter, weinig respondenten gaven de voorkeur aan een wettelijke vereiste voor het in acht nemen van ESG-overwegingen: respondenten in Luxemburg waren het meest tegengesteld aan het idee (78 procent), gevolgd door die in het VK (71 procent) en Duitsland (69 procent). Naar functieomschrijving waren research analisten het sterkst tegen (89 procent).
  • De meeste respondenten (60 procent) waren van mening dat een verplichtstelling om ESG-factoren te overwegen in de analyse van de beleggingen niet mag vertalen in een geforceerd ESG-investeringsbeleid voor de cliënt of de manager.
  • Een aanzienlijke minderheid (32 procent) vond dat managers zouden moeten investeren op een manier die consistent is met de implicaties van hun ESG-beoordeling en bevindingen.
  • Uit de enquête bleek weinig consensus over de vraag of beleggingsprofessionals zouden pleiten voor ESG-factor overwegingen als onderdeel van de wettelijke fiduciaire plicht van de vermogensbeheerder: respondenten in Nederland gaven de enige meerderheid voor (57 procent); respondenten in Spanje gaven de minste steun (34 procent).
  • Een grote meerderheid van de respondenten (72 procent) is tegen een wettelijke verplichting die zou prevaleren boven wat de klant wil en die de beheerder verplicht in wat de relevante investeringsoverwegingen zouden zijn: respondenten in Luxemburg voelden dit het sterkst (89 procent), gevolgd door Spanje (78 procent) en het VK (75 procent); 17 procent van alle respondenten vond het acceptabel in het geval van ESG-factoren.
  • Tot slotte zijn de respondenten erg verdeeld over de vraag of er een ESG-classificatie op EU-niveau, of bindende regels moeten zijn over de bepaling van relevante ESG-factoren bij de analyse van investeringen. Dit weerspiegelt de aanhoudende zorg over wie uiteindelijk de ESG-relevantie bepaald. Er was relatief weinig steun voor een ESG-classificatie op EU-niveau: 35 procent is voorstander van een vrijwillige classificatie en 24 procent zou een verplichte classificatie ondersteunen.