Hoe de babyboomers hun kinderen ruïneerden

De klassenstrijd is gestreden; maak u op voor de generatiestrijd, want de maatschappij is niet langer verdeeld tussen de -ondertussen veelal werkloze- arbeidersklasse en de -steeds minder bemiddelde- middenklasse. De volgende clash wordt er een tussen de generaties, nu steeds meer financiële middelen door de babyboomers zullen worden opgeëist, maar door hun kinderen betaald. Dat is de teneur van het boek The Pinch: How the Baby Boomers Took their Children's Future - and Why They Should Give it Back van de Britse schrijver David Willetts.

In de aanloop van de Britse verkiezingen bestudeerde dit conservatief parlemenstlid de Britse samenleving en constateerde dat niet langer de sociale klasse tot dewelke men behoort voor verdeling zorgt, maar wel de leeftijdscategorie.

De helft van de Britse samenleving is jonger dan 40, doch bezit amper 15% van het Britse kapitaal. Slecht 15% van de Britten die jonger zijn dan 44 bezitten het huis waarin ze wonen. Dat ouderen meer geld hebben dan jongeren is normaal, maar tussen 1995 en 2005 zagen mensen tussen 25 en 35 hun rijkdom afnemen, terwijl in dezelfde tijdsspanne de 55- tot 64-jarigen hun financiële middelen zagen verdriedubbelen. Babyboomers kunnen nu nog op hun 60ste of 65ste met pensioen om daarna nog jarenlang te genieten van hun genereuze pensioenregelingen.

Of ze kunnen een leefhypotheek nemen met hun overgewaardeerd vastgoed als onderpand. Hun kinderen daarentegen zullen tot hun 65ste of 70ste moeten werken, geld opzij leggend voor een steeds magerder pensioen en omdat de financiële middelen van de staat grotendeels zullen worden opgeslorpt door een enorme massa ouderlingen.

De huizenmarkt is fundamenteel scheefgegroeid. Jonge gezinnen kunnen zich nog amper een woning veroorloven, terwijl 1 op 5 Britten tussen de 50 en 59 wel reeds over een tweede woning beschikt. Steeds meer jongeren zijn werkloos; oudere mensen daarentegen blijven langer aan de slag en verdienen verhoudingsgewijs steeds meer dan jonge werkenden.

Daarbovenop hebben de babyboomers hun nakomelingen nog twee potentiële gifpijlen geprepareerd: de eerste is de factuur van de bankencrisis, de tweede is de factuur voor de gevolgen van de opwarming van de aarde, die de kost van water, energie en andere grondstoffen enkel zal doen toenemen.

Voor het eerst wordt dus een generatiekloof eerder dan een klassenkloof zichtbaar, schrijft Willetts, en dat is vooral te danken aan de straks kolossale omvang van het aantal senioren.

De vraag die zich dan opdringt is of de babyboomers veel geluk hadden of gewoon egoïstisch waren; een vraag die Willetts niet echt wil beantwoorden. Waar hij wel zeker van is, is dat de babyboomers boven alles onachtzaam en onzorgvuldig zijn geweest. Jaren van economische groei deed hen denken dat de bomen tot in de hemel zouden groeien en dat ook de toekomstige generaties het beter zouden hebben. Aan sparen werd amper gedacht. De jongeren van vandaag mogen dan al over meer cash beschikken, ze hebben vergeleken met vroegere generaties ook veel meer kosten.

Tot slot verwijst Willetts naar een aantal Amerikaanse indianenstammen, waar beslissingen werden genomen in functie van de komende generaties. Terwijl politici vandaag -overal ter wereld- het onwaarschijnlijk moeilijk hebben om verder te kijken dan de volgende verkiezing.

Express.bbe