De olieprijzen zijn fors gedaald door de afgenomen vraag vanwege de uitbraak van het coronavirus en door de toegenomen olieproductie. Het is nog te vroeg om de uiteindelijke omvang van de vraaguitval door het coronavirus in te schatten, maar het is duidelijk dat de impact enorm zal zijn, stelt Shawn Driscoll, Portfolio Manager, Global Natural Resources Equity Strategy, bij T. Rowe Price. Hij verwacht dat de olieprijzen voorlopig laag blijven.
Shawn Driscoll |
Het goede nieuws is dat de olieprijzen op korte termijn weliswaar volatiel zullen zijn, maar dat het niet lang zal duren voordat de markt weer in evenwicht is. Zelfs met de verhoogde olieproductie in Saoedi-Arabië verwacht Driscoll een V-vormig herstel in 2020, zoals ook te zien was na de forse prijsdalingen in 1986, 1988, 1998, 2008-2009 en 2014-2015. Opnieuw zouden lage olieprijzen de remedie moeten zijn voor lage olieprijzen.
Nu de olieprijzen voor de tweede keer in vijf jaar in de richting van het niveau gaan waarop producenten genoodzaakt zijn hun productie tijdelijk stop te zetten, zal er minder kapitaal naar de oliesector vloeien. Nu bestonden er in de markt al zorgen over het kapitaalrendement van Amerikaanse producenten van schalieolie en -gas door toenemende vraag naar duurzame energie en de groeiende adoptie van elektrische voertuigen die de vraag naar fossiele brandstoffen zouden kunnen temperen. In de huidige situatie valt dan ook een toename in faillissementen van de zwakste exploratie- en productiebedrijven en dienstverlenende oliemaatschappijen te verwachten.
Maar deze ontwikkelingen kunnen ook noodzakelijke veranderingen teweeg brengen die de sector een betere basis zouden geven, waaronder een verschuiving van de focus op groei tegen elke prijs naar het verbeteren van het rendement voor investeerders. Consolidatie van de sector lijkt de komende jaren ook waarschijnlijk, aangezien schaalgrootte steeds belangrijker wordt om de kosten onder controle te houden en de operationele efficiency te vergroten.
Voorlopig zit de oliemarkt vast in een cyclische bearmarkt, aangezien de productiviteitsgroei door technologische en procesverbeteringen de incentive cost curve - het niveau waarop producenten worden gestimuleerd om te investeren in een verhoging van de olieproductie - en de winstmarges op het geïnvesteerde kapitaal onder druk zullen blijven zetten. Maar dat neemt niet weg dat er interessante beleggingsmogelijkheden in de sector zijn, vindt Driscoll, zolang beleggers maar selectief blijven. Wat betreft de olie- en gasproducenten geeft hij de voorkeur aan bedrijven die een hoog relatief rendementspotentieel bieden en een overtuigende bedrijfsstrategie, betrouwbare managementteams, concurrerende kostenstructuren en schone balansen hebben. Deze kwaliteiten zouden moeten helpen om de langdurige bearmarkt te overleven en er sterker uit te komen als betere tijden aanbreken.
Driscoll prefereert sectoren waar een stijgende incentive cost curve de grondstoffenprijzen omhoog kan trekken, wat de winstmarges van de producenten kan verbeteren. Met de brede uitverkoop in cyclische sectoren zijn er ook volop mogelijkheden bij hoogwaardige grondstoffenproducenten. In sommige gevallen betekent het energie-intensieve karakter van hun activiteiten dat de scherpe daling van de olieprijzen ook voor rugwind kan zorgen