Op zes maanden tijd de ruwe olie meer dan 50 procent goedkoper geworden en men zou verwachten dat die daling zich ook vertaalt in lagere prijzen voor producten en diensten waarvan de kost grotendeels door de brandstofprijs bepaald wordt, zoals vliegtuigreizen. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, want op de aandeelhoudersvergaderingen van de luchtvaartmaatschappijen hebben de chief executives duidelijk laten blijken niet van plan te zijn hun klanten te laten meedelen in deze onverwachte meevaller.
Het zou niet correct zijn te beweren dat de lagere olieprijzen pure winst zijn voor de luchtvaartmaatschappijen. Zo is de prijs van ruwe olie dan wel met 50 procent gedaald, maar vliegtuigbrandstof werd het voorbije jaar slechts één derde goedkoper.
Bovendien dekken de maatschappijen zich in tegen grote prijsschommelingen door zogenaamde futures-contracten. Daarmee leggen ze hun brandstofprijzen voor langere tijd vast bij hun leveranciers. Als de prijzen sneller stijgen dan verwacht, kunnen de maatschappijen van een meevaller profiteren, maar daardoor leveren ook onverwacht snelle prijsdalingen geen baten op.
Omdat bijna niemand de huidige daling van de olieprijzen had zien aankomen, betalen de meeste maatschappijen vandaag dus eigenlijk teveel voor hun brandstof. Pas over een zestal maanden zullen ze de prijs opnieuw kunnen onderhandelen.
De luchtvaartmaatschappijen hebben bovendien nog een laatste goede reden om hun klanten geen lagere prijzen aan te bieden. Die klanten komen namelijk toch wel, lage prijzen of niet. De chief executives geven toe dat het economisch niet verstandig zou zijn om in een markt met een hoge vraag lagere prijzen aan te bieden. Lees: “We verhogen liever onze winstmarge, klanten hebben we toch genoeg.”
Hieronder lees je wat de top van een aantal grote luchtvaartmaatschappijen aan hun aandeelhouders vertelden over de mogelijkheid om ticketprijzen te verlagen.
“We denken dat we zeker een deel van het prijsvoordeel van de lagere brandstofprijzen voor onszelf zullen houden. Maar we gaan er ook van uit dat gedeelte zal worden doorgegeven aan de klanten van markten die een overcapaciteit kennen. Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn. En ik kan niet zeggen of we het grootste deel zelf zullen houden. We zullen een aanzienlijk deel zelf houden. Het zou het grootste deel kunnen zijn, maar het zou ook minder kunnen zijn.”
“Het is prachtig dat de brandstofprijzen dalen – daar houden we van. Indien we de ticketprijzen niet aanpassen kan dat mogelijk een extra winst van 2 miljard dollar opleveren. Ook op de lange termijn is het - met de aankoop van vliegtuigen of andere investeringen in het achterhoofd - gewoon voorzichtiger uit te gaan van hoge brandstofprijzen. Wanneer het prijsniveau toch daalt, kan het bedrijf zijn winst nemen.”
“Herinner je je de prijs van ruwe olie op het einde van de jaren negentig? Die was toen gezakt naar slechts 10 dollar per vat, om het daaropvolgende decennium elk jaar terug te stijgen. Daarover maak ik me zorgen. We kunnen simpelweg niet blijven rekenen op een prijs van 80 dollar per vat op de lange termijn. Wat ik zeker niet wil doen is onze klanten confronteren met schommelende prijzen die de ene dag dalen en de volgende terug stijgen. Dat zou de slechtste taktiek zijn die we kunnen volgen.”
Bron: Express.be