Wanneer er looncijfers verschijnen, bespreken de commentatoren die wij volgen doorgaans wat dit betekent voor de inflatie (algemene prijsstijgingen in de hele economie) en het toekomstige monetair beleid. Toen de loongroei in de eurozone in het eerste kwartaal uitkwam op 2,4% (j-o-j), wat lager was dan de 4,1% in het vierde kwartaal, werd er bijvoorbeeld geroepen dat de Europese Centrale Bank (ECB) de rente verder moest verlageni. De redenering was dat lonen de inflatie in de hand werken, wat impliceert dat een lagere groei betekent dat de economie vertraagt en dat de ECB de belangrijkste rente kan verlagen om de economische groei te ondersteunen, zonder het risico te lopen dat de inflatie weer oploopt. Maar na een analyse van historische gegevens en de economische literatuur tonen de ervaringen van Fisher Investments België aan dat lonen de inflatie volgen. Wij denken dan ook dat deze theorie onjuist is. Als beleggers hier goed op letten, kunnen ze volgens ons de toekomstige ontwikkeling van het economische klimaat beter inschatten.
De veronderstelling dat de inflatie wordt bepaald door de lonen, is gebaseerd op het werk van de 20e-eeuwse econoom A.W. Phillips, die beweerde een verband te hebben aangetoond tussen werkloosheid, lonen en inflatieii. De sleutelfactor van dit verband is de loon-prijsspiraal, die suggereert dat een snellere loongroei leidt tot een hogere inflatie. De cyclus verloopt als volgt: bij lage werkloosheid moeten bedrijven de lonen verhogen, en om dat te bekostigen verhogen ze vervolgens hun prijzen. Hierdoor moeten de lonen omhoog, wat bedrijven vervolgens moeten compenseren met hogere prijzen, wat weer leidt tot meer inflatie, enzovoort. Belangrijke instanties, waaronder de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) en veel andere monetaire autoriteiten in de wereld, volgen dit concept. Om die reden, zo blijkt uit de ervaringen van Fisher Investments België met de financiële media, wordt er vaak geroepen om een verkrapping van het monetair beleid als de loongroei oploopt, om zo de inflatie te beperken.
Toch heeft Nobelprijswinnaar en econoom Milton Friedman deze stelling tientallen jaren geleden al ontkracht. Eind jaren zestig legde Friedman uit dat bedrijven concurreren op de arbeidsmarkt op basis van reële (voor de inflatie gecorrigeerde) lonen.iii Dat wil zeggen dat werkgevers kandidaten proberen aan te trekken door het potentiële loon aan te passen aan de inflatiecijfers uit het verleden. Anders lopen ze nieuw talent mis. Dat betekent dat lonen achter de inflatie aanhollen, en niet andersom. Anders gezegd: de loon-prijsspiraaltheorie beweert dat inflatie veroorzaakt wordt door inflatie, wat allesbehalve logisch is. Wij geloven daarentegen dat inflatie een monetair fenomeen is: er is te veel geld in omloop voor een beperkt aanbod aan goederen en diensten.
Hier leggen we uit hoe dit meestal in zijn werk gaat, gebaseerd op de ervaringen met en het onderzoek naar de economische geschiedenis van Fisher Investments België. De inflatie neemt toe als de geldhoeveelheid sneller groeit dan de economie deze kan absorberen. Daardoor komt er te veel geld in omloop ten opzichte van de voorraad goederen en diensten, die eindig is. Als reactie hierop worden de consumentenprijzen aangepast, wat een manier is om de vraag te reguleren. Dit heeft echter een negatief effect op de koopkracht van huishoudens, waardoor de lonen omhoog moeten om de levensstandaard te herstellen. En omdat het aantal werknemers die vanwege de opgelopen inflatie een hoger loon eisen eindig is, stijgen de lonen met enige vertraging in die concurrentiestrijd tussen werkgevers. Als de inflatie uiteindelijk omslaat en begint af te koelen, beginnen de nominale lonen te stijgen, omdat bedrijven niet langer zo'n hoge premie hoeven te bieden om talent aan te trekken en te behouden. De nominale loongroei loopt dus doorgaans achter op de inflatie en koelt pas af nadat de stijging van de consumentenprijzen is afgekoeld.
Dit is een normaal proces waarbij consumenten weer koopkracht krijgen na een periode van hoge inflatie. Historisch gezien is dit de manier waarop een samenleving dergelijke problemen te boven komt, aangezien ons onderzoek aantoont dat prijsstijgingen zelden een ommekeer laten zien in alle delen van de economie.
Om dit inzichtelijk te maken, kijken we naar de loongroei en de inflatie in de eurozone na de coronalockdowns. Uit talloze economische indicatoren blijkt dat de beperkende maatregelen van de overheid een negatieve invloed hadden op belangrijke onderdelen van de wereldwijde toeleveringsketen, waardoor het aanbod aan goederen en diensten krapper werd, terwijl de geldhoeveelheid snel groeide, waardoor de inflatie de pan uit reesiv.
Daarom begon de inflatie in de eurozone begin 2021 te stijgen ten opzichte van het langetermijngemiddelde, alvorens in oktober 2022 een piek te bereiken van 10,6% j-o-jv. Daarna volgde een periode van geleidelijk daling en begin 2024 werd het niveau van vóór de pandemie bereiktvi. De loongroei begon te versnellen in het derde kwartaal van 2021, nadat de prijzen begonnen te stijgen. In het eerste kwartaal van 2024 bereikte de loongroei een piek van 5,4% j-o-j om vervolgens geleidelijk af te koelenvii. Dit is duidelijk te zien in figuur 1.
Bron: FactSet, 12-8-2025. Onderhandelde lonen op kwartaalbasis en GCPI op maandbasis in de eurozone, procentuele verandering jaar op jaar, maart 2019 t/m maart 2025.
Ook de VS volgde dit patroon, zoals blijkt uit Figuur 2.
Bron: Federal Reserve Bank of Atlanta en US Bureau of Labor Statistics, 12-8-2025. Mediane loongroei en Amerikaanse consumentenprijsindex, procentuele verandering jaar op jaar, juni 2019 t/m juni 2025. De consumentenprijsindex of CPI is een door de overheid opgestelde maatstaf die de prijzen van veelgebruikte consumptiegoederen en -diensten meet.
Daarom vinden wij de recente afkoeling van de lonen in de eurozone best normaal. Ze vertonen een dalende trend, zoals gebruikelijk, doordat de inflatie afneemt en consumenten dus weer wat koopkracht terugkrijgen. Toch waarschuwen veel commentatoren die wij volgen dat als de loongroei hoger is dan de inflatie, de prijzen weer flink zouden kunnen stijgen. Maar voor ons komt al die negativiteit neer op het voeren van de vorige oorlog. Dit bewijst volgens ons dat de aandelenmarkt de muur van zorgen nog lang niet heeft beklommen. En dat is goed nieuws, zo blijkt uit de ervaringen van Fisher Investments België met de marktgeschiedenis.
Volg ons op social media voor de laatste marktontwikkelingen en updates van Fisher Investments België:
Facebook: https://www.facebook.com/FisherInvestmentsBelgie
Twitter: https://twitter.com/FisherInvestBE
LinkedIn: https://www.linkedin.com/company/fisher-investments-europe---belgië
Fisher Investments België is de handelsnaam die Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in België gebruikt ("Fisher Investments België"). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in Luxemburg, is samen met de handelsnaam Fisher Investments Europe geregistreerd in het Registre de Commerce et des Sociétés (""RCS"") onder nummer B228486. Fisher Investments Europe staat onder toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (""CSSF"") en de statutaire zetel is geregistreerd op: K2 Building, Forte 1, Third Floor, 2a rue Albert Borschette, L-1246 Luxembourg. Fisher Investments Europe besteedt sommige aspecten van het dagelijkse beleggingsadvies, portefeuillebeheer en portefeuillehandelingen uit aan gelieerde ondernemingen.
Dit document bevat de algemene visie van Fisher Investments Europe en dient niet te worden beschouwd als persoonlijk beleggings- of belastingadvies of een afspiegeling van de prestaties van cliënten. Er wordt niet gegarandeerd dat Fisher Investments Europe deze visie zal handhaven. Deze kan immers veranderen op grond van nieuwe informatie, analyses of heroverweging. Niets in dit document is als aanbeveling of prognose van marktomstandigheden bedoeld. Het is eerder bedoeld om een standpunt weer te geven. De huidige en toekomstige markten kunnen sterk afwijken van de hier geschetste scenario's. Bovendien worden geen garanties gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid van eventuele aannames gemaakt in illustraties in dit document.
i "Eurozone Wage Growth Declines, Likely Prompting Further ECB Easing Measures," Jason O’Dowd, Irish Examiner, 23-5-2025. Gegevens geraadpleegd via Bizbrief.
ii "The Relation Between Unemployment and the Rate of Change of Money Wage Rates in the United Kingdom, 1861 – 1957," A.W. Phillips, Economica, november 1958.
iii "The Role of Monetary Policy," Milton Friedman, The American Economic Review, Vol. LVIII, maart 1968.
iv Bron: FactSet, 12-8-2025. Gebaseerd op de M3 van de eurozone en de geharmoniseerde consumentenprijsindex, juli 2019 t/m juli 2025. De geharmoniseerde consumentenprijsindex of GCPI is een door de overheid opgestelde maatstaf die de prijzen van veelgebruikte consumptiegoederen en -diensten meet. M3 is de breedste maatstaf voor de geldhoeveelheid die de ECB publiceert. Deze maatstaf omvat bankbiljetten, munten, bankreserves, betaalrekeningen, spaardeposito's, geldmarktfondsen, kleine termijndeposito's, grotere termijndeposito's, institutionele geldmarktfondsen en grotere liquiditeiten.
v Ibid.
vi Ibid.
vii Ibid. Bron: Eurostat, 12-8-2025.